Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Onder de Nægelia's zijn de Nægelia zebrina en de Nægelia cinnabarina wel de schoonsten. Er zijn in den laatsten tijd ook veel schoone variëteiten van gewonnen. De Nægelia's zijn zeer geschikt voor wintercultuur. Wil men gedurende den winter bloeiende planten er van hebben, dan moeten de wortelstokjes tot Juli droog gehouden en dan eerst opgeplant worden.
Deze worden opgeplant en dienen dan voor het kweeken van stamrozen. Wil men struikrozen kweeken, dan gebruikt men wildstammetjes, niet dikker dan een potlood, die op den wortelhals, dus zoo dicht mogelijk bij den wortel, worden veredeld. Men kan op tweeërlei wijzen veredelen, namelijk met een doorgroeiend of met een slapend oog.
Deze planten moeten meermalen bespoten worden, ten einde te voorkomen, dat er zich ongedierte op nestelt. De jonge scheuten, die nu verschijnen, kan men ook zeer goed als stekken gebruiken. Alle gedurende den herfst rustende bol- en knolgewassen, die nog niet opgeplant zijn, moeten thans aan den groei gebracht worden.
Zij moeten dus ter rechtertijd weder opgeplant en aan den groei gebracht worden. Al naar den tijd, waarop men de planten in bloei wil hebben, begint men vroeger of later met het opplanten. Als vroegste datum geldt wel de maand Januari, als beste zeker de maand Maart. Iedere bol of knol wordt nu afzonderlijk in een kleinen pot geplant, waartoe men bij voorkeur zeer zandige aarde gebruikt.
Tegen het begin van den regentijd, in September, beginnen de knollen weder teekenen van leven te geven; zij worden dan voor den dag gehaald en in een mengsel van gelijke deelen broei- en blad- of heideaarde, goed met zand vermengd, opgeplant, voor een venster met morgenzon gezet en gelijkmatig begoten. De voortkweeking van de Cyclamen geschiedt door zaden.
De Curculigo is niet zeer teer; zij verdraagt de droge kamerlucht heel goed en ontwikkelt in één zomer drie tot vier fraaie, groote bladeren, wanneer men ze in het voorjaar behoorlijk verpot heeft in met wat graszodengrond vermengde heide-aarde. Bij het verplanten kunnen de talrijke worteluitloopers afgesneden en in een afzonderlijk potje opgeplant worden.
De uitheemsche drijvende planten zijn voor het meerendeel meerjarig; tegen den herfst worden zij echter zeer gevoelig, zij moeten dan uit het aquarium genomen en voorzichtig in potten met gehakt sphagnum opgeplant worden. De opgepotte planten moet men vochtig en warm, het best in een woonvertrek onder glas, laten overwinteren.
Zijn de planten tegen den zomer afgestorven, dan worden de bollen uit de potten genomen, in de lucht gedroogd, schoongemaakt en bewaard tot September, wanneer zij opnieuw opgeplant moeten worden. Vallota purpurea. De Vallota is weer een dier schitterende geslachten, waaraan de familie van de Amaryllideeën zoo rijk is. Deze werkelijk dankbare bloeister is afkomstig van de Kaap de Goede Hoop.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek