Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Tot die eigenaardigheden, waardoor het auteursrecht zich van laatstgenoemde rechten onderscheidt en die voortkomen uit den verschillenden aard van lichamelijke en onlichamelijke goederen, behoort nu ook de tijdelijkheid van het recht.
Object van het auteursrecht van den beeldenden kunstenaar is het zal wel nauwelijks behoeven te worden gezegd niet het lichamelijke voorwerp, dat de schepping verwerkelijkt, maar de onlichamelijke schepping zelve.
Het auteursrecht op een werk van beeldende kunst wordt beschouwd als eene onlichamelijke roerende zaak. Het is vatbaar voor geheele overdracht, alsmede voor beperkte overdracht ten aanzien van eene of meer kunstvormen; het gaat over bij erfopvolging. Het is niet vatbaar voor beslag. Artikel 6
Tot de vorming van een goed juridisch begrip van het recht in kwestie brengt de theorie uit den aard der zaak niets bij; van economisch standpunt moge het juist zijn, de onlichamelijke producten van kunst en letterkunde niet als goederen te beschouwen en in verband daarmede het auteursrecht te karakteriseeren niet als een recht op een goed maar als een monopolie, een recht om eene bepaalde soort van goederen alleen te mogen verkoopen, daarmede is ten aanzien van de juridische verklaring van het recht nog niets gezegd.
Gij, jongste, wettelooze, onverzoenlijke, onverbiddelijke, onzichtbare, onlichamelijke, razernijverwekker, boogschutter, fakkeldrager van alle geestelijke waarneming, heerscher over alle verborgenheden, beschikker over de vergetelheid, oervader van het zwijgen ... kom, gij, onnoozel als gij ver-, wekt wordt in 't hart, machtigste als gij volgroeid zij't, ik roep U aan, den onverbiddelijke, bij Uwen grooten naam Azarachtharaza, Lathaiathal, Uuu, Lathaiathallalaph, loioio, Ai, Ai, Ai, Ai, Ouērieu Oiai ... Eerstverschijnende, in-de-nacht-ver-schijnende, in-de-nacht-U-verblijdende, nachtverwekker, verhoor mij!"
Het moge onbillijk zijn, dat speculanten in schilderijen soms groote winsten kunnen maken als gevolg van prijsverhoogingen, die meestal wel uitsluitend zullen zijn te danken aan den lateren arbeid van den schilder, waardoor zijn naam meer in aanzien is gekomen; een recht van den schilder op een deel van die winst bestaat niet en in geen geval als uitvloeisel van het auteursrecht, dat niet het lichamelijke voorwerp, maar de onlichamelijke kunstschepping tot object heeft .
Van beiden moeten wij ons de voorstelling uit de door de zintuigen verstrekte, min of meer fragmentarische gegevens, opbouwen. Waarom zou dan de voorstelling, die wij ons van onlichamelijke zaken als geschriften en kunstwerken maken, minder betrouwbaar of minder met de "werkelijkheid" overeenstemmend zijn dan die van de lichamelijke voorwerpen?
De nadere uitwerking hiervan behoort echter in de volgende hoofdstukken thuis. Het auteursrecht is dus een absoluut vermogensrecht, dat tot object heeft het door den auteur voortgebrachte, onlichamelijke product van kunst of letterkunde.
De dingen, zoowel lichamelijke als onlichamelijke, bestaan slechts voor ons voor zoover wij er ons eene voorstelling van hebben gevormd; van beide soorten geldt gelijkelijk, dat zij niet in de ervaring zijn gegeven, "maar ondersteld om de ervaring te helpen begrijpelijk maken" . De voorstelling van het "ding" of voorwerp moet dus in onzen geest worden gevormd, daar de zintuigen ons niet meer brengen dan een aantal gewaarwordingen, die niet het ding zelf of deelen er van zijn, maar kenteekenen voor onzen geest van zijne aanwezigheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek