Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Op 29 December 's morgens vroeg, verliet ik dit laatste observatiepunt. Ik ontmoette nog één keer menschen, verzamelde woorden, doopte hier de B-rivier definitief Sobgèrtoerin , vond de hierboven vermelde taalconclusie weer bevestigd, merkte overigens geen bijzonders op.

Gebruik te maken van de dikwijls jarenlange ondervinding van de eerste explorateurs zal dan wel nuttig blijken te zijn. Van ethnografisch belang blijft nog de nadere kennismaking met de bewoners der zeer dicht bevolkte valleien, door mij gezien bewesten en bezuiden het laatste observatiepunt, ± 4000 M. hoog, bezuiden Kalongeiland.

Aangezien toevalligerwijze deze sneeuwtop N. 180° O. rechtwijzend van observatiepunt 4 bleek te liggen, ligt dus de Oost-Carstensztop door 2 astronomische peilingen rechtstreeks in lengte vast op Motorbivak, onafhankelijk van den tijd.

Immers van uit Motorbivak een nauwkeurige astronomische peiling op onzen top; in observatiepunt 4 door observaties van stersdoorgangen en door sterscircummeridiaanswaarnemingen een absoluut juiste breedte; combinatie: de plaats is op breedte en lengte nauwkeurig bekend, onafhankelijk van den stand der chronometers.

Dat ik mijn kaart niet alleen uit dit ééne observatiepunt kreeg, behoeft wel nauwelijks gezegd te worden; bovenstaande terreinbeschrijving in groote lijnen is het resultaat van de gezamelijke metingen; behalve Observatiepunt I waren er nog drie andere.

Ikzelf had dadelijk mijn theodoliet voor den dag gehaald en was met den inl. verkenner, die de panoramaschetsen maakte, aan den arbeid getogen. Dit observatiepunt . 4 lag 2650 M. hoog zooals bepaald werd door den kookthermometer te gebruiken. De meting van dezen top uit Motorbivak gaf ook dezelfde hoogte.

Op dezen vredesdag bereikten wij tevens ons eindpunt aan den voet van een heuvel, 550 M. hoog, op het oog fraai voor uitzicht; hier kwam Observatiepunt II. Ik was thans 675 KM. van Pionierbivak, ruim 900 KM. van de zee. De verste opvaart van den Digoel was 700 KM., van de Kaiserin-Augusta-rivier 1000 KM. en van de Fly-rivier 1100 KM.

Toen wij de rivier 8 dagen waren opgeroeid en een dag te voren in Zuidelijke richting en niet ver af bergland hadden gezien, besloot ik het hoofd eens boven de boomen uit te steken; wij maakten observatiepunt I, hoog 325 M. Een loonend, een schitterend uitzicht!

Behalve de talrijke sporen langs de rivier en onze vluchtige ontmoetingen, zagen wij over het heele land verspreid in vlakte en over de heuvels de meest onmiskenbare teekenen van het verblijf van Papoea's: opstijgende kolommetjes dunnen blauwen rook, die vooral in den avond menigvuldig werden. In Observatiepunt III werden de metingen gecompleteerd, de kaart uitgebreid. Er moest veel gekapt worden.

Van Observatiepunt II kreeg ik gelijksoortig uitzicht als in I; in oostelijke richting, over een 15 KM. heuvelland heen, deed zich de uitgestrekte vlakte der Kaiserin-Augusta-rivier aan het oog voor; eenige glinsterende strepen beduidden groote moerasplekken of meren als de vroeger besproken Rombébai.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek