United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de omstandigheid dat de Vlamingen, Brabanders en Limburgers in Zuid-Nederland, sedert de scheiding tusschen noord en zuid, die in de 16de eeu plaats greep, in vele gevallen eene andere spelling volgden voor ons aller gemeenschappelike taal, dan de Hollanders en Zeeuen, de Gelderschen en Friesen in de noordelike gewesten aannamen, vindt men voor een gedeelte de oorzaak van dat onderscheid.

De byekorf was van ouds een zeer algemeen uithangteeken, vooral by koekbakkers, om den honig. Toch is my een geslachtsnaam, aan dat teeken ontleend, in de noordelike gewesten nooit ontmoet. Wel in Vlaanderen; te weten: als Biebuyk.

En voor een ander gedeelte is die oorzaak gelegen in eenige byzondere woorden die in 't algemeen aan de verschillende zuid-nederlandsche gouspraken eigen zijn, maar in de noordelike streekspraken niet voorkomen.

Het zoude echter ook kunnen zijn dat in den naam Goemaere een mansvóórnaam school. Immers de naam van St-Gummarus, een Heilige der Roomsche kerk, patroon der stad Lier, komt in het Vlaamsch wel voor als St-Goemaar. Onder den form Gomarus is deze naam in de noordelike gewesten als maagschapsnaam inheemsch. De oud-hollandsche form van dezen kerkeliken naam is Gommer.

Voor zoo verre het protestantsche, vooral ook doopsgezinde geslachten zijn, die deze geslachtsnamen, aan zuid-nederlandsche plaatsnamen ontleend, voeren, dagteekent het verblijf dezer maagschappen in de noordelike gewesten reeds uit het laatst der 16de en het begin der 17de eeu.

De maagschapsnaam Bronkema eindelik is een patronymikon van Bronke, Brunnico, dat is Bronno in verkleinform. Jelte, Tiete en Weite, waarvan Jeltsema, Tietsema en Weitsema, zijn in onze noordelike gewesten, voor zoo verre de ingezetene bevolking daar van frieschen stam is, in volle gebruik als mansvóórnamen.

En hier in is hooftsakelik de oorsprong te zoeken en te vinden van het onwezenlike onderscheid dat er bestaat tusschen de geslachtsnamen in de noordelike en in de zuidelike Nederlanden. Eenige byzondere, oorbeeldige zuid-nederlandsche geslachtsnamen mogen hier nog eene plaats vinden. En eveneens D'Haeiere en Coorevitse. Pieter en St.

Uit de nabuurschap met Zeeland en Noord-Brabant is het voorkomen dezer namen, die een byzonder kenmerk verleenen aan de namen dezer landstreek, licht te verklaren. Geslachtsnamen met het frankische lidwoord den voor zich, die in 't overige Holland en in de noordelike en oostelike Nederlanden ontbreken, zijn in zuidelik Zuid-Holland niet zeldzaam: b. v.

In De Brauwere, De Cueninck, Van Meirhaeghe, Dierckxsens, Van Suetendael, Den Haene, enz. erkent iedereen terstond byzondere zuid-nederlandsche geslachtsnamen, omdat zy in hunne spelling de byzondere zuid-nederlandsche kenteekenen vertoonen, tegenover die zelfde namen in noord-nederlandsche spelling, en die dan ook in de noordelike gewesten inheemsch zijn.

Natuurliker wyze overtreffen zy echter in de zuid-nederlandsche gewesten, wat hun getal aangaat, verre die welke in het Noorden voorkomen. In de noordelike gewesten hebben zich slechts weinig Walen blyvend neêrgezet. Vele Walen dragen geslachtsnamen die weinig of niet van zuiver-fransche namen onderscheiden zijn.