United States or Seychelles ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar krijgt men verheerliking van wijn en spel, gesprekken tussen die scholieren en hun liefjes, ondeugende minneliedjes, maar ook gezangen waarin liefde tot het voorjaar en liefdedweperijen een heel schoon geheel vormen.

In deze minneliedjes is weinig eigens of karakteristieks, maar zij zijn bevallig en welluidend. Zoo b.v.: Eens meienmorgens vroe Was ic opgestaen; In een scoen boemgaerdekijn Soudic spelen gaen. Daer vant ic drie joncfrouwen staen; D'ene sanc voren, d'ander sanc na: Harba lori fa, harba harba lori fa, harba lori fa.

Wij dronken op het geluk en den voorspoed van Gaspard en Véronique, het eerste beloofde ons dat zij elkaar niet zouden slaan, het tweede dat zij veel kinderen zouden krijgen en een vetten spaarpot zouden maken. Gaspard begon zijn minneliedjes te zingen en Marie werd uitgenoodigd een lofzang ten beste te geven; zij stond daarbij op en haar stemmetje klonk hoog en fijn, toch zacht en melodieus.

Wat sal ic doen! o wach, o wi! Het es te spade! Waer es dijns hertzen toeverlaet? De realistische minneliedjes en beeldjes uit het volksleven zijn niet minder fraai.

Tot hen die dichtten, omdat zij er roeping toe gevoelden of omdat zij er behagen in schepten, zullen wij wel geestelijken of "clercken" mogen rekenen zooals WILLEM VAN AFFLIGHEM, WILLEM VAN UTENHOVE, HADEWYCH, MAERLANT, de dichters van Rinclus, Van den Levene ons Heren, van den Dietschen Catoen, Esopet en dergelijke werken; ook JAN VAN BRABANT, de edelen en hoofsche "clercken" die minneliedjes dichtten en de dichters van volksliederen.

O gij dochters van het Westen! O gij jonge en oud're dochters! O gij moeders en gij vrouwen! Nimmer moet gij van ons wijken! Uwe plaats is in ons leger Pioniers! O Pioniers! Prairiedichters ongeboren! O Pioniers! Niet de zoete minneliedjes, Niet op kussens, niet op muilen, niet het vredige, niet het lieve, Niet de vadse rust der rijkaards, niet voor ons het tam vermaak, Pioniers! O Pioniers!

Zou hij zelf nooit een minneliedje hebben gedicht ter eere van de onbekende jonkvrouw voor wie hij zijn Alexander heeft bewerkt? Het is licht mogelijk. In allen gevalle heeft het hem niet ontbroken aan de vereischte handigheid. Deze verzen en de minneliedjes die aan Hertog JAN I VAN BRABANT worden toegeschreven, is alles wat ons van de hoofsche lyriek dier tijden is overgebleven.