United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij wijken ter zijde en terwijl bij uitgegloeide kolen een klein gezelschap van oude heeren zitten, vinden zij weldra twee heksen, een oude en een jonge; en terwijl Mefisto de oude grijpt voor den dans dwingt hij Faust om met de jonge om te springen. Dit oogenblik is het dieptepunt der leidingen van Mefistofeles.

En zij zelf, haar aanvattend met de eene hand en haar geeselend met de andere, begon te springen en te dansen. De krankzinnige begreep haar ten slotte, en volgde, de armen ongeregeld heen en weer bewegend. Een glimlach van voldoening vertrok de lippen der leermeesteres, de glimlach van een vrouwelijke Mefisto, die erin slaagt een groote leerling te krijgen.

Werd hij inderdaad bevredigd, dan zou hij verzinken in de macht van het onwezen, dat tot hem sprak: al wat ontstaat is waard om te gronde te gaan. Hier ligt de beteekenis der weddenschap tusschen Faust en Mefisto. Uit Mefisto's oogpunt schijnt het mogelijk den levensdrang van Faust in de ontkenning te doen ondergaan.

Immers zoodra hij met bevrediging in het betrekkelijke en in den zinnenlust verwijlt, doet Faust afstand van zijn ware menschelijkheid. Mefisto, de negatieve, acht dit mogelijk, daar hij den inhoud van het menschelijk wezen niet begrijpt. Indien maar Faust's geest zich een weinig beperken wil, meent hij, is het geen reuzenwerk hem te voeren tot die zelfvoldaanheid waarmee hij ten ondergaat.

Indien hij in het zedelijk streven, dat toch ook naar bepaalde doeleinden uitgaat bevredigd wordt, is dan de oneindige drang, deze richting naar het Absolute, niet tòch verloochend? en wie heeft dan overwonnen: Faust, die beweerde met niets te zullen bevredigd zijn, of Mefisto die daar al te gemakkelijken raad op wist? Ziehier de vraag, die de ontknooping van het Faust-drama beheerscht.

Wanneer dan Gretchens broeder Valentin in een tweegevecht met Faust is omgekomen, nadat ook haar moeder, niet zonder schuld der gelieven, gestorven is en bij den lijkdienst in de domkerk het dreunend orgel den donkeren choorzang begeleidt, den zang van het goddelijk oordeel dan is niets meer te wachten van levenslust of liefdevreugd en aan Mefistofeles zal zeker de macht over Faust ontgaan: in déze wildernis des gemoeds weet geen Mefisto den weg.

Bovendien: aan het werk zelf heeft Mefistofeles deel en zoo is het een onvolkomen werk. Wat dit laatste aangaat: in het werk mengt zich onrecht; dus houdt het een bewijs zijner onvolmaaktheid in. De Faust-dichter schildert deze ongerechtigheid in den aanval van Mefisto met drie gevaarlijke gezellen op het huisje van Philemon en Baucis.

Er staat geschreven: "in den beginne was het Woord", maar het woord kon hij zoo hoogelijk niet vereeren; evenmin de rede, ook niet de kracht. Het zedelijk streven, waarin hij Mefisto zal te boven komen, zal voor Faust bestaan in het uitoefenen van de levende daad. In het eerste Faust-gedicht overheerscht de negatie, Mefistofeles.

Zoo verscheurt Faust het net dat Mefisto over hem heenwerpt. Het woord uit den proloog in den hemel wordt bewaarheid: de goede mensch blijft in het duister gedrang zich van den rechten weg bewust. Bij alle omdwaling in de wildernis blijft Faust de ware richting des levens beseffen en zijn verheven menschelijkheid gaat niet ten onder. De nacht van uitrusten voor den nieuwen morgen

Met verleidende woorden poogt Mefisto den oneindigen drang te binden. "Wat gij wilt, zoo spreekt hij tot Faust, het al-tegelijk, dat is slechts voor een God gemaakt. Gij zijt tenslotte.... wat gij zijt, ook al zet ge u een pruik van millioen lokken op het hoofd en zet uw voet op hakken van meters hoog."