Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


De zwevende geesten verteederen zijn afgepijnd hart, genezen de wonden van het zelfverwijt en reinigen zijn innerlijk bestaan van het doorleefde tumult. Nu kan de nieuwe Morgen komen en hij zal geen morgen van nieuwe zorgen zijn. Met welk morgenlied ook vangt het tweede deel van het Faust-gedicht aan! Het eerste deel was met den zang der aartsengelen ingeluid.

"Het eeuwig-vrouwelijke trekt ons opwaarts" luiden de slotwoorden van het Faust-gedicht: "Das ewig-weibliche zieht uns hinan." Wat is de beteekenis dezer uitspraak? Naar ons voorkomt deze: tot nu toe kenmerkt Faust zich door de strevende werkzaamheid.

Het zestiend'eeuwsche Faust-gedicht laat Faust ter helle varen; de hel is het hopelooze en onherstelbare, en het schijnt wel of na Faust's ondervindingen geen anderen uitweg bestaat. Immers, wat is er te herstellen voor een man, die zoowel in het denken als in het verkeer, in het waarheidsverlangen als in de liefde op ellende uitkwam?

Al het fantastisch eigenaardige van het Faust-gedicht is dichterlijke verbeeldingswijze. Het zal ons, die over de Faust-figuur gaan filosofeeren te doen zijn, om het menschelijke in dezen mensch, en om niets anders. B. de H. Aerdenhout, Oktober 1914.

Hier is niet bedoeld een onderdompeling in het onbewuste onzer zinnelijke natuur, gelijk men heeft verklaard, maar een opstijging boven het bepaalde bewustzijn van ons verstandelijk daglicht. Het menschenleven voleindigt zich door inkeer tot zijn grond; het eindigt bij zijn aanvang. Het Faust-gedicht begint in den hemel d. i. in de sfeer van God en vindt er zijn einde.

Het loutere verhaal boeit slechts kinderen; de geschiedenis van iemands worstelingen zonder meer houdt ons eenige uren bezig; maar wat in het Faust-gedicht een eeuw lang de lezende en denkende menschheid geboeid en verwonderd heeft, is de aanschouwing van haar eigen streven en haar eigen levensdrang in dichterlijk beeld. Zoo is de oneindige drang het wezen ook onzer menschlijkheid.

Er staat geschreven: "in den beginne was het Woord", maar het woord kon hij zoo hoogelijk niet vereeren; evenmin de rede, ook niet de kracht. Het zedelijk streven, waarin hij Mefisto zal te boven komen, zal voor Faust bestaan in het uitoefenen van de levende daad. In het eerste Faust-gedicht overheerscht de negatie, Mefistofeles.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek