Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
De kruin, de rug, de vleugels en de staart zijn zwart, de staartwortel en de stuit grijs, de keel, de hals, de borst en de buik wit. De oogen zijn grijs, de pooten licht vleeschkleurig; de snavel is loodkleurig, aan de onderkaak witachtig. Totale lengte 12, staartlengte 2.8 cM. "Deze lieve vogeltjes," zegt de Prins Von Wied, "zijn over een groot deel van Zuid-Amerika verbreid.
De oogen zijn donkerbruin, de pooten loodkleurig grijs; de snavel is zwart. Totale lengte 29, staartlengte 10 cM. De Hop bewoont Middel- en Zuid-Europa, geheel Siberië en China, West-Azië en Noord-Afrika. Soms dwaalt hij naar het noorden van Skandinavië en naar Spitsbergen af.
De baron wendde zich tot Nantas, die loodkleurig achteruit week. "Hoort gij het vader", herhaalde Flavie luider, "hij heeft zich verkocht, verkocht voor geld .... Ik heb hem nooit bemind en nooit heeft hij mij zelfs met zijn vingertoppen aangeraakt .... Ik heb u de smart van die bekentenis willen besparen; ik heb hem gekocht, om u te bedriegen .... Zie hem aan, spreek ik de waarheid niet?" ....
Het vederenkleed is bij de oude Vogels nagenoeg effen leikleurig zwart, op den kop en den hals donkerder, op de borst en de buik lichter dan op den rug. Het oog is lichtrood, de snavel met de voorhoofdsplaat schitterend wit; de voet is groenachtig, langs den voorrand met gele tint, overigens en op de teenen loodkleurig.
In den ijverigen vogelvanger wekt de Wulp evenveel belangstelling als de Auerhaan of het Hert in den jager. Als wild wordt deze Vogel geschat, hoewel hij ver achterstaat bij de echte Snippen. Het oog is donkerbruin, de snavel zwart, de voet loodkleurig grijs.
Het oog is karmijnrood, de snavel vuilrood, bij de wijfjes en de jongen zwartachtig grijs; de pooten zijn loodkleurig grijs. Totale lengte 25, staartlengte 9 cM. Hij blijft hier slechts gedurende korten tijd, n.l. van de eerste helft van Mei tot half Augustus. Nergens wordt hij in grooten getale aangetroffen, bij ons overal, waar kreupelhout en hooge boomen staan, ook in groote tuinen.
34 Zóó waren, loodkleurig, de treurende schimmen in het ijs, er onder tot daar waar het blozen troont, de tanden stemmend op den toon van den ooievaar. 37 Elke hield het aangezicht naar boven gekeerd: bij hen verschaft de koude zich een uiting door den mond, en door de oogen het droeve hart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek