United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het oog is nootbruin, de snavel van boven hoornglanzig zwart, van onderen loodkleurig grijs, de voet vuilgeelachtig. Totale lengte 16, staartlengte 4 cM. Onze Boomklever ontbreekt in 't noorden van Europa, maar wordt van Jutland tot aan Zuid-Europa in alle landen gevonden. Nergens vormt hij groote gezelschappen; hij leeft paarsgewijs of tot kleine familiën vereenigd of te midden van andere Vogels.

Met uitzondering van de tien geelachtig witte handpennen zijn de veeren glanzig zwart; de oogen zijn donkerbruin; de bek heeft een zwarte kleur met uitzondering van een vlek aan den bovensnavel, die van achteren rood, van voren geel is; de ring om de oogen en de keelzak zijn donker loodkleurig grijs, de keelzak met breeden, vuurrooden zoom. Totale lengte 113, staartlengte 35 cM.

Het oog is bruin, de snavel zwart, de voet loodkleurig grijs. De lengte van dit vogeltje bedraagt 15 cM. De Zwartkop bewoont geheel Europa, in noordelijke richting tot aan Lapland, en West-Azië; voorts Madera, de Kanarische Eilanden en de Azoren. Hier overwintert hij; Griekenland zoowel als Spanje bezoekt hij slechts op den trek, hoewel hij zijn reis tot in Centraal Afrika uitstrekt.

Het oog is donkerbruin, de snavel zwart, de voet loodkleurig grijs. De lengte bedraagt 16 cM. met inbegrip van den 7 cM. langen staart.

Het oog is lichtgeel, de snavel rood, aan de spits geelachtig, de naakte voorhoofdsplaat, zoowel als de lel aan den mondhoek, bloedrood, het naakte deel van den poot loodkleurig grijs, de doorn geel. Van Guyana tot Paraguay ontbreekt de Jassana in geen enkel stilstaand water, wanneer dit voor een deel met groote, drijvende bladen bedekt is.

De wilde duiven zyn hier zeer gemeen; ik doodde eene zeer groote, veel gelykende naar die, welke men de Jamaicasche duif met een gekrulde staart noemt. De rug en de zyden waaren aschkleurig, de staart loodkleurig, de buik wit, en het voorste van den hals van een purper-kleur met een groene weerschyn, de oogbal en de pooten rood.

Zijn lengte bedraagt 16 cM. Het wijfje is kleiner, maar komt in kleur met het mannetje overeen. De veeren van de bovenzijde zijn olijfkleurig grijs, die van de onderzijde lichtgrijs, aan de keel en den buik witachtig; de slagpennen en de staart zijn olijfkleurig bruin; het oog is licht grijsbruin; de snavel en de voeten zijn vuil loodkleurig grijs.

De iris is donkerbruin, de snavel loodkleurig grijs, aan den wortel donkerder, de poot roodachtig grijs. In het winterkleed zijn alle tinten minder zuiver en is het rood door grijze vederranden bedekt. Totale lengte 13, staartlengte 5.5 cM. Het Kneutje bewoont geheel Europa, Klein-Azië en Syrië en komt op den trek in Noordwest-Afrika, zelden echter in Egypte.

Stijf en wit en doodelijk verouderd lag de Stuwen onder zijn wit lijklaken gestrekt, zijn oogen toe, zijn mond open. De bovenste rand van zijn onderste rij tanden was zichtbaar. Het laken dekte hem tot onder zijn kin. Zijn korte grijze haren waren glad gestreken. Een blauwige tint lag om zijn oogen en voorhoofd en wangen, en schemerde loodkleurig door het vel.

Uit de verte was alleen het lage hek zichtbaar: drie smalle strooken loodkleurig hout, bij iedere meter lengte door paaltjes opgehouden, en in drie afdeelingen gesplitst door de hoogere glimmend-groene, puntige hekdeuren, die ieder tusschen twee lila hoekige palen, met ronde witte bollen er op, zich door ijzeren schrenieren bewogen en zich konden openen voor de oprijlaan.