Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Of want straks was ik zoo streng voor anderen of, is dit de lokstem, der eigenliefde, en moeten wij vreezen: Nochtans 't geschiet op liste, Alzoo ik mercken kan, Daer praet een blau sophiste Met den armen lettermann. Laten zij dan als eene vlucht vogels maar weer uitvliegen, de vorige bende achterna. Eerst zullen wij ze monsteren. Daar zijn er wier slagpennen nog stevig zijn.
Van dien aard is eene sterk Duitsch-getinte klacht van minnewee, die besloten wordt met deze regels: Doe ich har clagede minen noot, Vragede zi mi: "is Brugge groot?" Recht op hun dreef komen sommige minnedichters van dezen tijd eerst in dartel of grof-zinnelijke stukken als de monorimes, aanvangend: Ic quam gegaen met liste, Daer ic mijn suete lief wiste, Ic sprac: "lief, waer biste,?"
Zekerlijk, gij waart een wigant: de koppen en beenen en armen en rompen lagen harentare in plassen van bloed; gij waaddet, Gawein, door den bloede en gij zettet u neêr in eene wachtzale en at en dronkt van wat gij vondt en gij drongt door tot wij u eindelijk gevangen namen en Ysabele mij, naar het scheen, bij liste verzocht u die nacht te mogen bewaken en ik zoo zot was de bede der kwade, die u bevrijden wilde, toe te staan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek