United States or French Southern Territories ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alsof het eenige schijn van waarheid had, dat de natuur, die voor de muggen en zelfs voor de kruiden en bloempjes zoo angstvallig gewaakt heeft, bij den mensch alleen zoo zou gedut hebben, dat hij de wetenschappen noodig had, welke Theut, de vijandige geest, tot verderf van het menschelijk geslacht heeft uitgevonden, de wetenschappen, waardoor ons geluk zoo weinig bevorderd wordt, dat zij juist datgene benadeelen, waartoe zij, naar men wil, zijn uitgevonden, zooals die verstandige koning dit bij Plato zoo keurig omtrent de uitvinding van het letterschrift betoogt . Daarom behooren ook de wetenschappen tot die inkruipsels, welke, met zooveel andere, het menschelijke leven bedorven hebben en wel door toedoen van diezelfde wezens, aan wie alle wandaden haar oorsprong te danken hebben, de daemonen, die daaraan ook hun naam ontleenen, die men door "wetenden" zou kunnen verklaren . Dat eenvoudige volk der gouden eeuw kende immers de wapenen der wetenschappen niet en leefde alleen volgens de leiding en de stem der natuur.

Wilson, die tegen het vallen van den avond van den Girnar daalde, de opschriften, nog steeds onontcijferbaar geacht, ofschoon ze reeds de aandacht van de geleerde wereld hadden getrokken. Hij liet er afdrukken van nemen in 1837 en trachtte tot het begrip er van te komen, maar Prinsep was hem in 1838 voor met het vinden van den sleutel tot het nieuwe letterschrift.

Hunne godsdienst is het Brahmanisme; hunne taal is een dialekt van het sanskriet, vermengd met thibetaansche woorden; zij gebruiken het sanskrietsche letterschrift. De Newars vormen de groote meerderheid der bevolking van de vallei van Nepâl; zij werden eeuwenlang door hunne eigene rajahs geregeerd, onder wier bestuur in de steden van Nepâl vele belangrijke monumenten werden gesticht.

Ieder weet, dat de Apostel Judas, in zijnen brief bij de algemeene Christen Kerk voor echt gehouden, en onder de Schriften des Nieuwen Verbonds geplaatst, eene voorzegging van Enoch, den zevende van Adam, heeft aangehaald, welke blijkbaar ten zijnen tijde erkend werd, en schoon het niet noodig is, uit deze plaats meer dan eene mondelinge overlevering van die profecy op te maken; dat echter Enoch geschreven hebbe, wordt niet slechts door Augustinus op grond van die aanhaling des Apostels aangenomen, maar wie zal het in twijfel trekken, die den aart van het letterschrift, en daaruit, de hooge oudheid daarvan, die van den oorsprong-zelven des menschelijken geslachts afgestamd schijnt, recht bevat en in aanmerking neemt?