Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Aan het gebit valt op te merken, dat de snijtanden van de bovenkaak ongelijk zijn: de voorste van de twee, die in iedere kaakhelft voorkomen, is de grootste en dikste; de hoektanden zijn klein; de kroon van de maaltanden is van knobbels voorzien.
Over 't algemeen kan men zeggen, dat dit getal nooit geringer is dan acht in elke kaakhelft, en dat het stijgen kan tot 26 aan elke zijde van de bovenkaak, en 24 aan elke zijde van de onderkaak, zoodat het geheele aantal tanden 100 kan bedragen. Ondanks dit groot aantal tanden is het gebit van weinig beteekenis; door hun onvolkomen samenstelling hebben zij als 't ware opgehouden tanden te zijn.
De leden van de onderorde der Herkauwers of Tweehoevigen zijn, ondanks haar grooten vormenrijkdom, innig aan elkander verwant: zij zijn gehoornd of ongehoornd, fraai gevormd of plomp gebouwd, bevallig of leelijk; hun grootte wisselt af binnen zeer wijde grenzen. De volgende kenmerken hebben zij onderling gemeen: de hals is lang en zeer lenig, de kop aan het voorhoofd zeer verbreed en dikwijls met hoornen of geweien, met groote, levendige, niet zelden buitengewoon schoone oogen en met goed gevormde, overeindstaande ooren versierd; de lippen zijn beweeglijk, dikwijls onbehaard en bijna altijd zonder snorren of borstels; de staart bereikt slechts zelden het hielgewricht, maar is bij de meeste soorten kort. Het lichaam is bedekt met een kort, dicht, nauw aanliggend en zacht haarkleed, dat zich aan den hals, de kin en op den rug soms tot manen, en aan de spits van den staart soms tot een kwast verlengt. Nooit is het borstelig, dikwijls echter buitengewoon fijn, wollig en gekroesd. De kleur is zeer verschillend. Zeer veel overeenstemming bestaat er in het maaksel van de tanden, de samenstelling van het gebit en den bouw van het geraamte. 6 snijtanden in de onderkaak, geen (slechts zelden 2) snijtanden in de bovenkaak, 2 hoektanden in de onderkaak, geen hoektanden in de bovenkaak (bij sommige echter 1 hoektand in elke kaakhelft), 3
Het gebit bestaat, behalve uit de vier breede knaagtanden, uit vier wortellooze kiezen van ongeveer gelijke grootte in iedere kaakhelft. Alle leden van deze familie zijn tot Middel- en Zuid-Amerika beperkt. Voor zoover men kan nagaan, is dit dier kort na de ontdekking van Amerika, in de 16e eeuw dus, door Hollandsche zeelieden naar Europa gebracht.
Aan het gebit ontbreken de hoektanden; bij de Afrikaansche soorten vallen de vier in elke kaak voorkomende snijtanden reeds op zeer jeugdigen leeftijd uit, terwijl er bij de Aziatische soorten gedurende het geheele leven vier in de onderkaak en twee in de bovenkaak aanwezig blijven. Voor 't overige bestaat het gebit uit zeven maaltanden in elke kaakhelft.
Bij het volwasschen dier bevat elke kaakhelft twee hoorntanden: de voorste is lang, smal en scherp, de achterste is breed en plat en heeft over 't geheel het voorkomen van een kies.
Even zeldzaam is op onze kust de Tuimelaar, de Nesarnak der Groenlanders (Delphinus tursio). Deze heeft in elke kaakhelft 20
Het stevige vel ligt overal glad tegen de overige lichaamsdeelen aan. De beharing is kort, maar dicht, bij de Amerikaansche soorten van het midden van den kop tot aan het kruis bij wijze van manen verlengd. Het gebit bestaat uit drie snijtanden en één hoektand in iedere kaakhelft met 7 maaltanden in iedere helft van de bovenkaak en 6 in iedere onderkaakshelft.
Het gebit van de Kameelachtigen verschilt van dat der overige Herkauwers door het bezit van snijtanden in de bovenkaak. In het melkgebit zijn er 3 in elke kaakhelft; bij de tandwisseling gaan de twee voorste geheel verloren, terwijl de derde hoektandvormig wordt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek