Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Te weten in den maagschapsnaam Van de Pitte, nevens Van de Putte. Deze naam is in Zeeland en Vlaanderen inheemsch, en in deze gewesten wordt ook het woord put als pit uitgesproken. Sommige nederlandsche gouspraken laten eene onvolkomene doffe u hooren in plaats van de geijkt-nederlandsche o in de woorden boter, storm, gestorven, enz.
Het is zeker een wonderbaar feit in de geschiedenis der Zoogdieren, dat in Zuid-Amerika een inheemsch paard geleefd heeft en verdwenen is, om in latere eeuwen te worden opgevolgd door de tallooze kudden afstammelingen van de enkele dieren, die door de Spaansche kolonisten zijn ingevoerd!
Swaan, Swano, Suano is al mede een oud-germaansche door Förstemann aangewezen mansvóórnaam. In vroueliken form, als Zwaantje, komt deze naam nog heden geenszins zeldzaam voor. Vooral in de friesche gewesten is hy inheemsch. De geslachtsnaam Zwaan, Swaan, Swaen kan zeer wel oorspronkelik deze mansnaam zijn. Hy is althans niet onvoorweerdelik de vogelnaam.
De geslachtsnamen die in de verschillende nederlandsche gewesten inheemsch zijn, vertoonen sommige eigene kenmerken en eigenaardigheden, waar door men hen, als zoodanig en voor ieder gewest afzonderlik, herkennen kan, en waar door zy zich onderscheiden van de geslachtsnamen aan andere gewesten eigen.
Mij ontbreekt de moed om de omstreken te bezoeken; de beroemde hoeve en het bosch van San-Rosore met de in Italië inheemsch geworden dromedarissen; de basiliek van San-Pietro in Grado; de Certosa, de Baden.
De volgende geslachtsnamen, allen in Groningerland inheemsch, mogen als voorbeelden der sema-namen gelden: Ausema, Bansema, Brondsema . Deze namen zijn allen patronymika van oud-germaansche, grootendeels bepaaldelik oud-friesche mansvóórnamen. Maar van Ilpsema is de oorsprong my duister. Franssema is van Frans afgeleid, dat weêr eene verkorting is van den kerkeliken naam Franciscus.
Byzondere namen, tot deze groep behoorende, zijn nog: Behaeghel, Behaghel, Behaegel en Behagel, die vooral in de zuidelike gewesten inheemsch zijn. »Behaeghel, behaghel" is eene oudtijds gebruikelike afkorting van »behaeghelick, behagelijk", gelijk men oudtijds het woord »kostelick" ook wel tot »kostel" afkortte.
Hij geeft de voorkeur aan vlakke gewesten en bewoont hier het liefst boschrijke weidegronden, maar blijft ook in de streken, die hij anders alleen op den trek bezoekt, wanneer men hier doelmatige broedkasten voor hem plaatst. Lenz heeft op deze wijze gemaakt, dat hij in het Thüringer-woud inheemsch werd.
Intusschen zulke patronymika zijn ongetwyfeld nog veel ouder. De oude friesche patronymika zijn in grooten getale als hedendaagsche geslachtsnamen in leven en gebruik gebleven. Zy zijn over de geheele hedendaagsche provincie Friesland verspreid. Tot dat gewest uitsluitend beperkt, zijn zy echter geenszins. Daar zijn deze namen van ouds her even zoo inheemsch en volkseigen als bewesten Lauers.
Een penning echter, die men zoo lang in eenen spaarpot bewaard had, dat hy er beschimmeld uitkwam, was by onze zuinige voorouders, als een bewijs van spaarzaamheid, in hooge weerde. In den form Schimmelpenning is deze geslachtsnaam almede by ons inheemsch.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek