Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 mei 2025


Hier in de nabyheid stichtte hy vóor 1279 een burch of stein, dien hy IJsselsteyn noemde, welke naam, vervolgends op hem en zijn geslacht overgedragen, zoowel in de geschiedenis van het Graafschap Holland, als in die van het Bisdom Utrecht, byna even spoedig vermaard als bekend werd. Aanvankelijk legde Aernout zich vooral op het vermeerderen en inrichten zijner bezittingen toe.

Hy begon de vijandelijkheden met het verbranden van eenige huizen aan de Catrynepoort buiten Utrecht, het rooven van vee uit de landerijen aan den Rijn, en het gevangennemen van eenige Stichtschen, die hy deed uitschudden en naar IJsselsteyn voeren, dat door hem reeds onder Karel den Stoute, en met diens goedkeuring, opgebouwd en versterkt was geworden.

Dat was een te groot lok-aas voor de goede mannen van Utrecht, om het te kunnen weerstaan: IJsselsteyn was hun te lang een zwaard in de zijde geweest, om zich niet hoogst gaarne eene opoffering te getroosten, wanneer zy er spoedig van verlost mochten worden. En alzoo trokken de Sint-Maartens-mannen reeds op Vrijdag na Sacraments-dag voor de thands zooveel onrust barende plaats.

Gedurende den daarop gevolgden oorlog met den Clevenaar, zond Adolf eene bende krijgslieden onder Otho van Weeren naar IJsselsteyn, waar men allengs weder was beginnen aan te bouwen, maar nog altoos zonder beschutting van muren lag. Het viel den Geldersman derhalven niet moeielijk de plaats te overrompelen.

Het duurde niet lang, of ook Brederode kwam met de zijnen aan, en sloeg zich by hen neder; en toen nu weldra ook de benden der Hollandsche steden en de poorters van Amersfoort verschenen en zich by hen voegden, werd het inderdaad een insluitings-leger, waarover IJsselsteyn zich wel verontrusten mocht.

Van het kasteel Oudegein, aan de vereeniging van Lec en IJssel gelegen, en wel op den noordelijken oever der laatste rivier, werden een tijd lang de hinderlagen bespied, die de ruiters van IJsselsteyn langs den vaartschen Rijn legden, wanneer zy den voorraad, die van tijd tot tijd naar het blokhuis aan de Vaart werd gevoerd, wilden onderscheppen.

Eindelijk werd het, na het overlijden van Mevrouw van de Capelle, in 1812 door het Rijk verkocht, en ging toen over in handen van Jonkheer Mr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten, Heer van Bunnik en Vechten, wiens Geslacht het nog steeds in bezit heeft. Intusschen heeft de uitwendige vorm van den IJsselsteyn natuurlijk veel in stoutheid en rijkdom verloren.

Intusschen was Broechusen met zijne Clevenaars den 31en Augustus over Utrecht naar IJsselsteyn getogen; en het leger alzoo voltallig geworden.

Den 31en Mei, 1417, stierf Willem de Zesde te Bouchain en toen bleek het weldra, dat de IJsselsteyners hunnen eed, schoon zelfs op geheiligde overblijfselen gedaan, als gedwongen beschouwden, en zich niet gebonden achtten om hem te houden. Naauwlijks was den Egmonders de doodsmare ter oore gekomen, of zy verzamelden in korten tijd een bende gewapenden, waarmeê Heer Willem naar IJsselsteyn toog.

Toen de Burchtgraaf van Montfoort eindelijk meende den oorlog op grootere schaal te kunnen voeren, besloot hy om zich in de eerste plaats meester te maken van den zetel zijner doodvijanden, de Heeren van IJsselsteyn.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek