Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Turfstrooisel komt tegenwoordig bij wijze van groote balen in den handel voor, en is niet duur. Een zeer belangrijk bestanddeel der grondmengsels is ook het zand. Nooit is een grondmengsel goed om planten in te verpotten, wanneer het niet minstens 1/6-1/12 zand bevat. Het zand houdt de aarde rul en frisch, terwijl het ook een goede afwatering bevordert.
Veel beter doet men echter, aan iedere plant dat grondmengsel te geven, hetwelk zij noodig heeft. In de meeste gevallen toch kan men niet volstaan met de planten in een enkele grondsoort te kweeken, doch moet men een mengsel van verschillende grondsoorten samenstellen. Deze mengsels moeten met eenig overleg worden gemaakt.
Nadat men den pot goed van drainage voorzien heeft, wordt het te gebruiken grondmengsel niet te vast daarop gelegd en de pot daarmede bijna tot den rand toe gevuld. In plaats van aarde, die niet erg voor warmte toegankelijk is, gebruikt men bij voorkeur turfmolm, zaagsel of kokos-vezel om in te zaaien, welk materiaal vóór het gebruik goed vochtig moet gemaakt worden.
De stengelachtige Begonia's worden gewoonlijk in het voorjaar een weinig ingesneden en daarna verplant, terwijl zij dan midden in den zomer nog eenmaal verplant moeten worden. Het beste grondmengsel is zeker: gelijke deelen broei-, heide- of bladaarde, waarbij 1/10 scherp zand wordt gevoegd. Gedurende den groeitijd moet overvloedig gegoten worden.
Bij dit verplanten gebruikt men steeds betrekkelijk kleine potten, en een grondmengsel van 2 deelen broeiaarde, 1 deel blad-, en 1 deel graszodengrond, waaraan 1/2 deel grof zand wordt toegevoegd. Heeft men wortelzieke planten, dan is het nuttig aan dit mengsel nog wat grof gestooten houtskool toe te voegen. Totdat de plant begint te groeien, moet men met het gieten zeer voorzichtig zijn.
De potten moeten goed gedraineerd zijn. Voor het verplanten gebruikt men zeer grove, vezelige heiaarde of boschgrond, gehakt sphagnum en kleine stukjes graszodengrond. Bij dit grondmengsel voegt men een goede hoeveelheid scherp zand, benevens stukjes houtskool. Deze aarde moet niet te vast aangedrukt worden.
Nadat men het bovenste gedeelte van het onderste heeft afgenomen, zet men de roode Hyacint met de spruit naar onder in den hals ervan, waarin de bol goed moet passen, zoodat er geen openingen blijven. Hierop wordt het geheele bovenste gedeelte met het reeds vermelde grondmengsel gevuld, en daarin de blauw bloeiende soort met de spruit naar boven geplant.
De stoffijne zaden moeten zeer voorzichtig gezaaid worden, wat men het best doet in schotels, die goed gedraineerd en met een zeer fijn gezeefd grondmengsel gevuld zijn. Voor aarde gebruikt men het best bladgrond, vermengd met veel zand. Ook kan men de zaden uitzaaien op een stukje vezelgrond of een schijfje losse turf, dat men in een schotel legt.
Als grondmengsel gebruikt men 1/2 deel bladaarde en 1/2 deel vetten graszodengrond, vermengd met veel zand. Oudere exemplaren behoeven slechts om de twee jaar verpot te worden. De cultuur is zeer eenvoudig.
Moet een Orchidee verplant worden, dan neemt men haar tegen het einde van den rusttijd uit den pot, maakt met een houtje de kluit een weinig los, waarbij meestal de oude aarde grootendeels tusschen de wortels uitvalt. Men plant haar nu zóó op, dat zij niet te vast komt te staan, d.w.z. dat het grondmengsel niet te vast om de plant aangedrukt wordt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek