Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


In ons land werd zij broedende slechts in sommige streken en wel in kleinen getale aangetroffen, zooals b.v. in Groningen, in Friesland en ook in Gelderland en Noordholland; soms zwerft zij hier ook 's winters rond. In de overige streken ziet men haar slechts zeer zelden in October en November op den trek verschijnen. In Maart komt zij op hare broedplaatsen terug.

In den jaare 1262 wierd in Friesland eene aardbeevinge gevoelt, welke Groningen mede trof, inzonderheid het klooster Wittewyrum, waar door de toren instortte: hier op volgde een watervloed door de dyken, met verbreeking van de zyl Fismar, in den Oldambte. In den jaare 1263 is de kerk van het vermaarde klooster St.

Rennenberg had inderdaad op de dringende beden zijner zuster voor eene ellendige handvol goud zijne eer ten offer gebracht en beloofd, Groningen aan de Spanjaarden over te zullen leveren. Het gevaar was groot. Oranje vatte derhalve het voornemen op om zich in persoon naar Groningen te begeven, ten einde het verraad voor te komen.

Maar de Bevelhebber Prot gaf hierop tot antwoord: dat hy eerst met den Bisschop wel een gesprek wilde houden, daar hy hem zo veel kogels zou vereeren, als hem guldens waren aangeboden. Hier na hield de Bisschop een krygsraad, en de vraag was, of men Friesland, of Delfzyl, of Groningen zoude overvallen? Het laatste wierd by hem beslooten.

In den jaare 1522, den tweede van November, quam de Hertog van Gelder te Groningen; wordende door de Magistraat buiten de Oosterpoort opgehaalt, en tot aan de St. Martens Kerk geleid; alwaar hy door Mr. Willem, Kerkheer, ontfangen wierd, die hem mede naar zyn huis nam en logeerde.

IJsselsteyn kwam toen aan Willem Carel Hendrik Friso, destijds Stadhouder van Friesland, Groningen, Drenthe en Gelderland, en in 1747, als Willem de Vierde, Stadhouder der Vereenigde Provinciën.

Keeren wij nu weder terug tot de enkel Provinciale Regerings-collegiën. Het Collegie ter Admiraliteit van Friesland, waartoe Groningen mede behoorde, was in 1596 gevestigd te Dokkum, doch in 1645 verplaatst naar het gunstiger gelegene Harlingen.

In Noord-Holland worden de eenmaal omgebogen gedeelten, vierkant en plat, aan het breede oorijzer geklonken. Deze vierkante stukken heeten in Holland boeken of pooten, in haakvorm token. Men gaf ze allerlei vormen, allerlei versierselen, als dierenkoppen, bloemvazen enz. In Groningen en Drente spreekt men van stiften, in Friesland van knoppen, in Zeeland van stikken.

Aan groote gevaren stelden zij zich echter daarbij bloot, dewijl zij immer met de hooge vloeden der zee hadden te kampen. Daarom wierpen zij op hooge plaatsen, meest in de nabijheid van de kust der Noordzee en der Middelzee, met gemeenschappelijke krachten die talrijke heuvels of terpen op, welke nog in Friesland, Groningen en elders onze bewondering verdienen.

J. F. Thieme, Boekh. te Nijmegen. J. Tichelaar Jzn. te Amsterdam, g. p. H. Tiddens, Jur. Student te Groningen. C. J. Tjessinga, Assessor van Barradeel te Minnertsga. g. p. J. Lunsingh Tonckens, Med. Doctor te Beetsterzwaag. Mr. G. M. Baron du Tour van Bellinchave, Raadsheer in het Prov. Geregtshof van Friesland te Leeuwarden. S. S. Tromp, Rustend Predikant te Britsum. W. Tromp, Notaris te Bergum.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek