United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het oogenblik van ons vertrek steeds meer en meer naderende, verliet ik myne wooning; en, op de uitdrukkelyke uitnoodiging van Mevrouw GODEFROY, bragt ik eenige dagen door in het huis, het welk zy in het midden van haaren fraaijen tuyn, en onder de schaduwe van tamarinde- en oranje-boomen, had laten bouwen, om JOANNA en haaren zoon daar in te ontfangen, aan wien zy bovendien twee Negerinnen gaf, om haar te dienen.

Zooals wij van den directeur vernamen, ontspringt de Sigago op de zuidelijke hellingen van den 2500 voet hoogen berg Godefroy, ongeveer vijftien kilometer zuid-oostelijk van Apia, en stroomt dan door een heerlijk vruchtbaar dal tot aan zijn mond bij Apia voort.

Wij dronken haastig een kop thee en stegen toen te paard, om naar de, op ongeveer een kilometer afstands gelegen plantage te rijden. Deze was reeds in 1865 door de firma Godefroy aangelegd, en de eerste op het eiland Upolu; eenige jaren later volgden de plantages Vaitele en Veilele in het district Tuamusanga.

My hebbende gereed gemaakt om weder eenen dadelyken dienst te beginnen, en daarënboven eene groote meenigte wyn, sterke dranken, en allerleije zoorten van ververschingen, my door myne vrienden toegezonden, ontfangen hebbende, beval ik JOANNA, en mynen zoon, aan de zorge van de goede Mevrouw GODEFROY aan.

Wy voeren verscheide fraaije Plantagiën voorby, en ik kan my niet wederhouden om een gezicht van die, welke den naam van Alkmaar draagt, en aan den rechten oever van de Rivier Commewyne gelegen is, af te teekenen: zy is niet minder merkwaardig door haare fraaiheid, als Mevrouw GODEFROY, die 'er eigenaresse van is, door haare beleefdheid aanpryzing verdient.

Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een Vampire, of Guiaansch spook, in éénen nacht zyn gezicht verloor. Des anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar, eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY in eigendom toebehoorde.

Te dier tyd eene goede huisvesting by den heer DELAMARE hebbende, en door de teederlievende JOANNA opgepast wordende, had ik ten minsten rust; en den 25sten, bevond ik my in staat, om voor de eerste keer uit te gaan, en by Mevrouw GODEFROY het middagmaal te gaan nemen. De tafel was by deeze vrouw van de gezondste spyzen, en de verfrissendste vruchten overvloediglyk voorzien.

Des avonds van dien dag nam ik in korten tyd afscheid van Mevrouw GODEFROY, van den Heer en Mevrouw DEMELLY, van den Heer en Mevrouw LOLKENS, van den Heer en Mevrouw GORDON; van den Heer GOURLAY, van den Capitain MACNEYL, en Doctor KISSAM, die my allen de grootste beleefdheden en het levendigst belang, zedert myne komst in de Volkplanting, betoond hadden; maar ik had te veel te doen met iemand, die my veel liever was, dan dat ik, met van hun afscheid te nemen, het leed gevoeld zoude hebben, het welk ik by eene andere gelegenheid zoude hebben ondervonden.

Na den jaare 175 had Godefroy Brabo, de zesde Hertog van Braband, oorlog met de Romeinen; daar Adelbold en Tiete hem met hun volk te hulpe quamen: alwaar Tiete, om zyn ongemeene dapperheid, Ridder geslagen wierd van Brabo.

Het zy my geöorloofd van dit onderwerp thans af te stappen, en myn verhaal te vervolgen. Den 21sten February, nam de heer REYNSDORP, schoonzoon van Mevrouw GODEFROY, my in zyn zeil-jacht mede; en om my van lucht te doen veranderen, bragt hy my op eene zyner Koffy-plantagiën, genaamd Nut en Schadelyk.