United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En Antigoon en zijne gade verlaten den burg, en Brabo houwt hun beeltenis met vaste hand. Maar als de kunstenaar arbeidt, dan vallen de oogleen des geweldigen toe, en de schippers varen ongehinderd voorbij.

Maar Druon-Antigoon bleef rustig zijn tol en schatting heffen of wel, hij greep de schepen bij hun masten, en hief ze boven den vloed, en deed ze met de kiel een halven cirkel door het luchtruim beschrijven, en het kappen van der weerspannigen handen, en het Handwerpen in de Schelde bleef zijn geliefkoosd vermaak. Maar Brabo nadert. Brabo de held, met zijn beitel en lier.

Na den jaare 175 had Godefroy Brabo, de zesde Hertog van Braband, oorlog met de Romeinen; daar Adelbold en Tiete hem met hun volk te hulpe quamen: alwaar Tiete, om zyn ongemeene dapperheid, Ridder geslagen wierd van Brabo.

Den 4den dag quam 'er een groote draak regt om hoog uitvliegen, die de aanschouwers een half uur lang geweldig verbaasde, en is weder in de spleete neder gerukt. In den jaare 5 heeft Azinga die van Tongeren den oorlog aangedaan, en veele van hen verslagen: doch Brabo, Hertog van Braband, die van Tongeren te hulpe komende, hebben zy Azinga gevangen gekregen.

En in zijn borst woont de zucht om de bekoorlijke oevers der Schelde van den geweldige te verlossen, om Druon-Antigoon, den reus, te verslaan. En onder het venster van den hechten burg, roept Brabo dat Druon-Antigoon met zijn gade zal uitkomen, want heel het land wenscht de beeltenis van den burgheer en zijn gemalinne te zien, en Brabo zal ze houwen in eeuwentartend graniet.

En het volk vertelde de geschiedenis van Druon-Antigoon aan zijne kinderen en kleinkinderen, en allen verheugden zich dat kloeke Brabo den woestaard verwon, en aanschouwden zijn werk, en zongen zijne liederen, en juichten: De geweldige is verslagen!

En toen de reus, met háár, die hem zonen zou baren, verslagen was, toen stroomde het volk van heinde en verre bijeen, en juichte met blijde klanken den verwinnaar toe, en bouwde met Brabo, den held, een schoone stad op den oever der Schelde waarvan de reuzenburg de hoeksteen bleef en schonk haar ter eeuwiger herinnering, den naam van: Antwerpen.

In den jaare 4 is Diokarus Seegen, neef van Azinga, Ridder geslagen van Brabo, eerste Hertog van Braband, en met groote eere weder in Friesland gekomen. Ook is by 't Roode Klif, niet verre van Staveren, een vlamme uit de aarde geborsten, welke 3 dagen duurde.

En Brabo werkt voort, en zingt bijwijlen zijne liederen; maar als de sterke in 't einde ontwaakt, dan deinst hij terug bij het aanschouwen van een tweede als hij het beeld nóg grooter dan de Schelde-reus zelf gewrocht door het genie.