Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 mei 2025


Pieter staarde in den wijnkelk, met denzelfden ernst, dien zijne gemusqueerde allonge-paruiken onderscheidt, en van welken ge toch, hoe lang gij naar de meening gist achter zulke oogen verscholen, niet meer begrijpt, niet wijzer wordt, dan dat zij den wijn bekijken. "De mensch en sal by broodt alleen niet leven," zegt de Schrift.

Nu wordt alles te zamen sterk beslagen, en nadat het in den vorm goed is gerezen, met gesmolten boter bedropen, met kaneel en grof gestooten suiker bestrooid, en in een goed gestookten oven bijna 1 uur gebakken. Rodonkoek. 5 o. meel, 3 o., 7 1/2 l. gesmolten boter, 2 1/2 o. suiker, 15 eijeren, 1 geraspte citroenschil, een stuk sucade en 3 l., 3 w. gist.

Gemberkoekjes. 2 1/2 o. bloem, 1 o., 2 1/2 l. suiker, evenveel boter, evenveel stroop en wat gemberpoeder, kneedt men te zamen, rolt het uit, maakt er koekjes van en bakt die 5 minuten op eene plaat. Saucijzenbroodjes. 2 kop bloem, 1/2 o. boter, 2 eijeren, 7 l. gist en 1/2 kop melk wordt tot een deeg gekneed en uitgerold.

Voor de drie laatstgenoemde soorten doet men 1 lepel suiker en wat kaneel of foelie in het beslag. Pannekoeken van boekweitenmeel. Op ieder glad afgestreken kopje meel neemt men datzelfde kopje vol warm water en een goeden lepel melk, 8 w. gist en wat zout; men kan er ook krenten bijvoegen. Dit beslaat men stevig en laat het rijzen.

Dit is het Agneta-park, de verblijfplaats der arbeiders, die op gindsche fabrieken, de Nederlandsche Gist- en Spiritus-fabriek en de Oliefabriek, arbeiden. De directeur-oprichter, de heer Van Marken, heeft op zijn fabrieken een arbeids-stelsel toegepast, dat den strijd tusschen kapitaal en arbeid zal opheffen en waarbij de arbeiders deelgenooten zijn in de groote onderneming.

Als men karnemelk heeft om in de plaats van water te gebruiken, wordt het brood smakelijker, maar dan neemt men slechts de helft van het opgegeven zuurdeeg. Geldersch Roggebrood. 4 p. roggemeel beslaat men met 1 1/2 k. laauw water, 1 lepel zout en 1/2 o. gist. Dit wordt met de handen goed doorwerkt; men vormt er een brood van, en laat het dan, op eene warme plaats, een uur rijzen.

Men neemt 1 p. bloem, evenveel goed uitgewasschen boter, 8 l. gist, 6 1/2 l. gesnipperde sucade, 2 kleine theelepeltjes zout, 2 eijeren, 1/2 k. laauwe melk, en hakt dit met een breed mes vlug door elkander, want het is bij dit recept eene hoofdzaak, dat het deeg zoo weinig mogelijk bewerkt en gekneed worde.

Het beslag waarin men zich van gist bedient, moet ten minste een kwartier zeer sterk met een houten lepel worden geslagen; als het een stijf deeg is, legt men het op de taartenplank en slaat het geducht met den lepel, vouwt het dubbel en slaat het weder, zoo voortgaande gedurende een kwartier; is men in het bezit van een baktrog, dan kan men het deeg daarin heen en weder gooijen; zoo als de bakkers het brood behandelen.

Gerezen pannekoeken. 5 o. gewarmd tarwemeel wordt beslagen met 7 m. warme melk, 6 1/2 l. gesmolten boter, 4 eijeren, ruim 3 l. gist en wat zout. Dan zet men het een paar uur op eene warme plaats om te rijzen en bakt er koeken van. Men kan er naar verkiezing stukjes spek, komijnde kaas of rozijnen in leggen en doet dit, zoodra het beslag in de pan is gedaan.

Waarachtig, ik geloof, dat de oude Lucas Beaumanoir te recht gist, dat ze u betooverd heeft." "Lucas Beaumanoir?" zei Bois-Guilbert. "Zijn dit uwe voorzorgen, Malvoisin? hebt ge den ouden man laten vernemen, dat Rebekka in de Preceptorij is?" "Hoe kon ik het verhinderen?" antwoordde de Preceptor.

Woord Van De Dag

rudistae

Anderen Op Zoek