Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Kobeke en zijn vrouw, gezellig tegen hun wit geveltje achterovergeleund, met rechts en links van zich de mooie, rijke najaarsbloemen, die geurend tegen het muurtje opranken, genieten van die zoete heerlijkheid, terwijl daarbinnen, in het achterhuis, Seelevie, hun dochter, plicht-getrouw en ijverig, reeds aan 't karnen is.

Rechts en links vertoonden zich weldra pittoreske huisjes, met bloementuintjes langs de lichtgekleurde geveltjes: hier een klein boerderijtje, lachend in de zon, daar een oud geveltje met overhangend stroodak en gekleurde luikjes: en zoo geraakte men tot aan de kleine dorpplaats, die eigenlijk niets anders was dan een verbreeding van den straatweg: het witgekalkt, ouderwetsch kerkje met zijn kerkhof, enkele winkeltjes en herbergjes, een popperig gemeentehuisje, een nog al mooie pastorie, en daarachter 't park en het kasteel van den "b'ron" en den ouden, houten molen op den liefelijk-begroeiden heuvel.

Rozeke voelde 't als 't ware op haar loeren en haar angst werd ontzettend toen zij daar plotseling een vrouw zag buiten komen, die bij de houten pomp vóór 't geveltje ging staan en zich daar even bezighield. "O! de dieë zal hem zien! 't Es of z'er espress veuren kwam!" schrikte Rozeke. Zij kende die vrouw: een allervervelendste babbelkous! Doch zij verademde. De Vrouw had niet eens opgekeken.

Een typisch, ouderwetsch geveltje vertoont het Zakkendragershuisje met zijn torentje, dat zoo aardig tegenover het water uitkomt, doch, helaas! uiterst vervallen is. Men kan in het oude Schiedam nog op meer typische gebouwtjes of geveltjes wijzen. Het marktplein der stad is klein.

De witte Bar met de gulden krulletters B. A. R. in den grollen kop van het als een kapel vooruitdringende geveltje om den middeningang, komt ijselijk boven zijn onderste-boven, wankel-blinkend en van den voetpad-rand doorstreept spiegelbeeld; de ziedende licht-ballen, boven elke deurpoort éen, het daar begeesteren, dakloos en zonder achter, onder de donkere noodzakelijkheid van de kap en van den torenigen opstand.

Het Kortrijksch hof boeit ongemeen den bezoeker door zijne netheid, door zijnen vriendelijken eenvoud, door zijne ligging. De kapel, fraai hersteld en versierd, is van 1464. Het huis der Grootjufvrouw heeft een lief geveltje. JACOB VAN DE WALLE, geboren in 1599 en overleden in 1690, was een van de vermaardste Latijnsche dichters van zijnen tijd.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek