United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want de Friesen lieten zich, buiten redenen, niet vrywillig om den tuin leiden. En om des te bequaamer tot zyn voorneemen te komen, voerde hy zyn hofgezin naar Staveren. Van waar hy optrok, en het slot Wiltenburg en Trajectum, nu beide Utrecht genaamt, weder veroverde.

Niet lang daar na brande het gemelde steedje byna geheel af: en het overgeblevene wierd in vervolg van tyd door de Noormannen vernielt. Nu legt op dezelve plaats het dorp genaamt Berlikum of Beltjom. In den jaare 1190, of omtrent dezen tyd, is de stad Leeuwarden eerst met wallen versterkt.

Tot even voor de reformatie vertoonde men noch te Dokkum van dezen Bonifaas zyn herssenpan, Bisschops staf en andere overblyfzelen; dat zy het volk wilden doen gelooven. Omtrent den jaare 769 was in Friesland een dapper en geleerd edelman, genaamt Feye Forteman; welke namaals Veldoverste onder Karel den Groote wierd, en die zich mede tot het Christen geloove bekeerde.

Dienvolgende zond men verscheide klagten tegen hem naar Europa, schoon hy een voordeeligen vrede gesloten had met de Karaïben, de Indianen, genaamt Warowa en Arawakka, als mede met eenige weggeloopen Negers, die zig, na dat de Engelschen de Volkplanting verlaten hadden, by de Rivier Copenama hadden nedergezet.

Des zij tot hunnen sleep een vloot van 300 zeilen toetakelden, en staken 'er mede af van het land van Cilicien, in Notalia of kleen Asia, gelegen in de Zwarte Zee. Daar Frieso ook een Vryhuis voor de vlugtelingen bouwde, zelve een weinig oostelyker optrok, en een stad bouwde, die naderhand Staveren genaamt wierd.

Eene van zyne dochters, Konovelle genaamt, was uitgehuuwt aan Adelbrik, een voornaam edelman, die omtrent Sixbierum een slot had gesticht, dat hy Adelburg noemde. Hy had veele kinderen, aan wien hy zyn goed by zyn leeven uitdeelde: daarom begeerde hy dat zy zich niet van Adelburg, maar van Adelen zouden laaten noemen; dat noch tot heden zo gebleven is.

Het hoofd der oproerigen van Saraméca was een Mulat, genaamt Capitain ADOE, die, by deeze gelegenheid, tot een blyk van onafhangelykheid, eene fraaije rotting met een zilveren knop, waar op het wapen van Surinamen gesneden was, van den Gouverneur ontfing.

Ten oosten van den mond der Rivier van Surinamen is een klein voorgebergte, genaamt Braam-punt, het welk, zoo ik denk, oorsprongelyk den naam droeg van Pram- of Parham-punt, naar dien van Lord FRANÇOIS WILLOUGBY DE PERHAM, aan wien deeze bezitting in 't jaar 1662, door KAREL II. wierd opgedragen. Men vermeent dat deeze Lord aldaar, tien jaaren te vooren, voor de eerste maal voet aan land zette.

Hun eerste Opperhoofd ADOE was niet niet meer in leven, en zyn opvolger was een zwarte, genaamt WILLE. Deeze nieuwe vrede wierd ongelukkiglyk ontrust door eenen Capitain, genaamt MUZINGA, die geene der geschenken, aan WILLE gezonden, ontfangen had: zy waaren op weg onderschept geworden, even als, onder ADOE, de woeste ZAM-ZAM gedaan had; met dit onderscheid egter, dat niemand der overbrengeren gedood, nog mishandeld wierd.

Om te beletten, dat hy de besmetting aan het volk niet zoude mededeelen, gaf men bevel om hem aan land te zetten; en hem in de pinas hebbende doen gaan, geleidde ik hem zelf naar een dorp, genaamt de Helder, gelegen aan de zeekust, alwaar ik hem agter liet.