Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Wat in de beschaafde landen de paleizen der koningen, de kasteelen van den adel en de voorname huizen en de villa's der gegoede burgers zijn, dat zijn bij de onbeschaafde of anders dan de westersch beschaafde volken de vet- en vleeschmassa's hunner vrouwen uiterlijke blijken van macht en rijkdom.

Zij stammen beide uit het krachtig ras der gegoede burgerij; zij staan beide op de grondslagen, door de renaissance gelegd, die wondervolle wedergeboorte des menschelijken geestes, waaraan wij het herstel te danken hebben van het verbroken evenwicht tusschen geest en stof, van de rehabilitatie der natuur; doch de groote schilder blijft geheel en al vrij van de pseudo klassieke vormen, waar zijn tijd soms te zeer in toegaf: beide zijn zij daarentegen sterker dan die renaissance van hun doel en hunne middelen bewust: beide vertoonen zij gelijke gezonde vereeniging en samenvloeiing van natuur en geest; beide de krachtigste individualiteit.

In kultuurdialekt gestoken zijn niet alleen tallooze dicht- en prozawerken van Westvlaamsche, Friesche, Limburgsche en Geldersche schrijvers; maar kultuurdialekt spreken ook de beschaafde kringen van menige Nederlandsche stad, waar de algemeene taal, het "algemeen beschaafd", wèl in openbare bijeenkomsten, maar lang niet algemeen als omgangstaal zelfs in de meest gegoede families gebezigd wordt.

'Er zyn in deeze landstreek weinig groote Plantagiën en gegoede Planters; en deeze laatstgemelde behandelden, over 't algemeen gezegd, hunne slaven het best, het zy om dat zy meerder middelen bezaten, het zy om dat ze meerder doorzicht hadden.

Behalven de zoorten, die aan de Eilanden onder den wind gemeen zyn, leveren de Zee en Rivieren eene meenigte anderen op, die elders geheel onbekend zyn. De Krabben verschaffen ook een zeer voornaam levensmiddel. Zy zyn het gewoone voedzel der Indianen, en van de min gegoede inwooners.

Maar ook, zelfs in de kleinste Tartaarsche dorpen, mangelt het niet aan de noodige handwerkslieden, smeden, timmerlieden, looiers. Hunne vlijtige vrouwen spinnen wol, hennep en vlas; ook worden de Tartaarsche boeren, waar zij land verwierven, als zeer zorgvuldige landbouwers geroemd. Boven alles is echter de bijenteelt hunne liefhebberij. Overal treft men onder hen bekwame en gegoede immekers aan.

Hoe dikwijls vergezelde ik hem, als hij zijne beide rijke Betuwsche boeren, Meeuwsen en diens zoon Gijs, van hun dorp naar Amsterdam doet reizen om de Kermis te zien. Aardig vooral is de schildering der rampen van de twee gegoede dorpers, die met allerlei slag van beleefde afzetters in aanraking komen.

De poëzie, uit dat ridderwezen en ridderleven geboren, heeft vooral den adel, maar waarschijnlijk ook de aanzienlijke en gegoede burgerij behaagd. Toch kan de indruk, door de ridderschap in haar streven en doen op ons volk gemaakt, niet zoo heel sterk zijn geweest.

Vroeger dreef elken avond een talrijke gondelvloot, door een muziekgondel voorafgegaan, langs het Canalazzo naar de Lagunen; maar die gondelvaart, il fresco genaamd, die het hoogste genot der gegoede bevolking uitmaakte, heeft geheel opgehouden. De aanzienlijke vrouwen vertoonen zich volstrekt niet meer in het openbaar.

De zich langzaam verheffende galerijen waren opgevuld met al wat edel, groot, rijk en schoon was in het noorden en midden van Engeland; en het contrast van de verschillende kleedingen der aanzienlijke toeschouwers maakte het tooneel even bont als rijk: terwijl de binnenste en lagere ruimte, met de gegoede burgers en landlieden van het gelukkige Engeland gevuld, in hunne eenvoudige kleederdracht, een donkeren rand rondom dat prachtige borduursel vormden, terwijl zij de pracht daarvan te gelijk afwisselden en verhoogden.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek