Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Daarop spreidt men ze uit om koud te worden, maar niet in de lucht, die de groene kleur wegnemen zou, en vervolgens legt men ze in een pot met goed wat mierikswortel of stukken drooge gember, laurierbladen, heele peper en wat nagelen. Bij het gebruik worden de boonen afgekookt, en met olie en azijn als salade gegeven, of ook wel gestoofd als groente, met eijersaus. Raapstelen.

Daarop voegt men er een half ons morieljes bij, geprepareerd volgens A No. 10; men ontleedt de lamspootjes, snijdt de zwezerik, bindt de saus met in boter bruin gebrand meel, en kruidt ze met zout, peper en een weinig nagelen. Ossentong met eijersaus. De tong wordt gekookt volgens No. 17 en gediend met zure eijersaus en geraspte mierikswortel, afzonderlijk er bij gepresenteerd.

Men schudt ze op een doorslag en stooft ze daarna met boter en pieterselie en bindt ze met een weinigje meel. Ook kan men ze warm uit het water opdisschen en geven er eijersaus bij. De boonen moeten anderhalf uur koken en een half uur stoven.

Om ze te marineren, kookt men ze op dezelfde wijze, maar neemt half water en half azijn; men neemt ze, gaar zijnde, uit het nat en legt ze, als alles koud is, er weder in, om ze te bewaren. Men presenteert ze met olie, azijn en pieterselie. Spiering. Men kan spiering gekookt met eijersaus geven, of men kan ze bakken in de koekepan.

Als men het soepvleesch niet al te zeer uitkookt, kan men het op verscheidene wijzen na de soep voordienen. In de eerste plaats kan men het eenvoudig geven met eijersaus en geraspte mierikswortel.

De saus wordt op een levendig vuur, onder gestadig slaan met de garde, tot aan de kook gebragt en dan vlug afgenomen. Indien men er geene eijeren in wil gebruiken, neemt men wat gestooten beschuit om de saus dik te maken en laat het meel weg. Eijersaus.

Men moet vleesch nemen dat den vorigen dag geslagt is, en als het alleen moet dienen om een krachtigen bouillon te koken, zonder dat het op tafel behoeft te verschijnen, dan is het best een droog stuk uit den achterbout, zonder beenen of vet, een zoogenaamd muisje, te nemen. Verkiest men het echter na de soep, b. v. met eijersaus te dienen, dan zal een stuk met eenig vet beter voldoen.

De zeer jonge spruiten van hop worden in kleine bosjes bijeengebonden, in water met zout gaargekookt, dan op een doorslag gelegd en opgedaan. Men knipt de draden door, neemt ze weg en strooit gestampte beschuit en notemuskaat over de hop, die men met eijersaus voordient. Raapstelen.

Tong moet fijn gekorven worden, in water met zout gekookt en met pieterselie- of eijersaus gegeten. Schelvisch moet fijn gekorven en rond gebonden worden, in water met zout gekookt; men geeft er mosterdsaus bij. De lever wordt afzonderlijk in eene sauskom met vischwater opgedaan en gepresenteerd op sneedjes geroosterd brood gesmeerd, met boter, mosterd, peper en zout er over.

De saus wordt, even als jus, met wat water door elkaâr geroerd. Snoek met eijersaus. De snoek wordt rond gebonden en met half azijn, half koud water, wat uijen, pieterseliewortel, 2 laurierbladen, heele peper en het noodige zout, in eene niet te groote pan op het vuur gezet en gekookt.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek