Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Maar eigenlik gezegde geslachtsnamen, volkomen in den zelfden zin dien de beschaafde volken in den tegenwoordigen tijd aan dat woord hechten, hadden de ouden niet. Deze zaak was by hen niet, of slechts weinig door wetten geregeld.

Men verstond niet meer wat zulke namen als Huging, Ernestink, Homminga eigenlik beduidden. En zoo maakte men zulke toenamen dan ook niet meer, en raakten ze geheel in onbruik. Overal in de Nederlanden geschiedde dit niet gelijktydig. Hier gebeurde 't eerder, dáár later. In de zuidelike Nederlanden wel het eerst; later in Holland en Gelderland; het laatst in Friesland.

Verder zijn nog de geslachtsnamen Daalder, Gulden en Ducaet muntnamen die geen naderen uitleg eischen, evenmin als Duyzenddaalders. Maar deze laatste naam is eigenlik een basterdvloek, en staat in de plaats van »duizend donders!"

Later kon zo'n vonnis herroepen worden, maar dan was vaak het onrecht niet meer te herstellen. Het is eigenlik een wonder, dat er in 1706 geen hoofden gevallen zijn en wanneer dat gebeurd was, had geen straf aan Van der Stel, hoe zwaar ook, dit kunnen goed maken.

De maagschapsnaam Noordziek, die aan oningewyden, welke zynen oorsprong niet en kennen, al zeer zonderling moet toeschynen, behoort mede tot de namen van algemeene aardrijkskundige beteekenis. Eigenlik behoort deze naam tot de nederlandsche namen niet.

Uit d'omstandigheid dat noordelik Noord-Holland eigenlik West-Friesland is of het westelikste der oudfriesche gouen, dat de voorouders der hedendaagsche landzaten aldaar, in de middeleeuen de friesche taal spraken, dat hun hedendaagsche hollandsche tongval nog de duidelikste sporen der friesche taal vertoont, daaruit is dit friesche voorkomen der geslachtsnamen in deze landstreek gemakkelik te verklaren.

Over de gele hand en den gulden arm zie men Van Lennep en Ter Gouw's Uithangteekens, dl. II, bl. 170 en 171. Wat de geslachtsnaam Ouwehand eigenlik beteekent, is my niet duidelik. Maar Hardevuust wel; dit is een middeleeusche bynaam, duidelik van beteekenis, en die in Zuid-Nederland nog als geslachtsnaam voorkomt.

De maatschappelike positie van de slaven was in de eerste tijd van de nederlandse volksplanting ver van slecht. Integendeel. De kolonie was eigenlik bijna zonder slaven begonnen. In 1657 bestond de hele bevolking uit 134 personen, vrouwen en kinderen meegerekend en er waren maar 8 slaven.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek