Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Eenige kringen op de golven duidden het spoor aan, waar alles verdwenen was en »De Vlugge Christina" zweefde eenzaam over de blauwe wateren van de Caraïbische zee. De Boekaniers hadden het geheele tooneel aangezien met het gevoel van den zeeman, die geen schip zonder weemoed te gronde ziet gaan.

Zijn magere, door onthouding en studie vervallen en verbleekte gelaatstrekken, duidden schranderheid van geest en vastheid van karakter aan, en zijn daden hadden deze uiterlijke kenteekenen nooit gelogenstraft.

De Oranjepartij deed openlijk hare blijdschap over die verheffing blijken, terwijl de aanhangers der Staatspartij het den Prins zeer euvel duidden, dat hij naar een ander gewest was verreisd, zonder er den Staten van Holland kennis van te geven; ja zelfs waren er, die durfden beweren, dat hij zich ondankbaar toonde jegens Holland, dat hem zooveel weldaden had bewezen.

Ter weerszijden van het bed hingen twee portretten in ovale lijsten. Gouden opschriften op het doek, bezijden de afbeeldingen, duidden aan, dat het eene portret den abt de Chaliot, bisschop van St. Claude, het andere den abt Tourteau, vicaris-generaal van Agde, abt van Grand-Champs, van de orde der Cistercienzers, voorstelde.

Eenigen hunner zelfs verplaatsten zich met snelheid, alsof eene bedrijvige waakzaamheid, die zich over een uitgestrekten straal uitbreidde, georganiseerd werd. Terzelfder tijd duidden gezangen, met woeste kreten vermengd, er op, dat de ergerlijke tooneelen van uitspattingen en brasserijen steeds de rust der stad verstoorden.

Zijn lange, smalle neus liep in zulk eene spitse punt uit, alsof hij in alles wilde inboren; zijn dun, gladgestreken, zwart haar stak insgelijks met spitse punten naar voren, en al zijne bewegingen en gebaren duidden listige, voorzichtige slimheid aan. De groote, grove man schonk een bierglas half vol brandewijn en goot het zonder een woord te spreken in eens in zijn keel.

Voeg daarbij halve laarzen met hoefijzers, een hoogen hoed met zeer smallen rand, het haar in een kuif, een dikken wandelstok, en gesprekken gekruid met kwinkslagen van Potier. Bij dat alles sporen en knevels. In dien tijd duidden snorbaarden burgers aan, en sporen voetgangers. De pronker in de provincie droeg langer sporen en wreeder snorren.

Onderscheiden lijnen, evenwijdig over de breedte der baan getrokken, duidden de plaats aan, vanwaar men werpen moest en welke de speler, wien het slotnummer te beurt viel, doorgaans aanwees.

De blikken van Wamba daarentegen duidden, zooals gewoonlijk bij menschen van zijn aard, een soort van ledige nieuwsgierigheid en eene rustelooze beweeglijkheid aan, te gelijk met de uiterste zelfvoldoening over zijn stand en uiterlijk.

De oude Nederlanders vergenoegden zich niet met de namen van allerlei handwerkstuich, gereedschap, huisraad, dieren, planten, vruchten, enz. tot hunne huisnamen en uithangteekens te nemen, maar zy ontleenden die ook wel aan de namen van zaken, van denkbeelden, en duidden dezen dan in zinnebeelden op hunne gevelsteenen aan.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek