United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er zijn volken, waarin ieder individu onmiskenbaar den stempel van den geheelen stam op het gezicht draagt. De Israëlieten zien er allen uit als broeders van een zelfden stam. De Armeniërs, als waren zij gezamenlijk in éénen vorm gegoten. Ook bij de Britten is het bijna onmogelijk zich te vergissen. De Italianen en Spanjaarden hebben zeer scherpe, duidelijk denzelfden stempel dragende, trekken.

Nog zie ik hen in onzen tuin, op de bank zitten, als Vader zyn pypje van rust, zo als hy het noemde, rookte, en Moeder hem iets voorlas, terwyl ik op des goedaartigen mans knie zat te luisteren, of te spelen. Nog zie ik, hoe hy my, gevolgt door myne glimlachende Moeder, in huis draagt. ô! Dat waren gouden dagen; waren het niet?

Frederic van Egmond van IJsselsteyn, Graaf van Buren en Leerdam, Heer van IJsselsteyn, Sint Maertensdijc, Cortgene, Cranendoncq, en Jaersvelt, overleed in 1500, en werd in het choor der kerk van IJsselsteyn bygezet aan de zijde zijner echtgenote, die hem reeds op den 26en Juli, 1471, in de dood was voorgegaan, en boven wier stoffelijk overschot hy een verheven tombe, die heur beeld in liggende houding draagt, deed oprichten.

Wij hebben gezien hoe het ei, dat de vrouwelijke kiem draagt, wanneer het alle ruimte tot ontwikkeling gegeven wordt, het volkomen oorspronkelijke type voortbrengt van de vrouwelijke bij, dat in wel een dozijn opzichten van de werkbij verschilt.

Hier en daar ontmoet de wandelaar een huis in Vlaamschen stijl. De woning van M. de Malander, met een bevallig torentje boven de poort, draagt zeker een eigen kunstmerk. Weinigen weten misschien, dat M. de Malander een allerschoonste museum bezit.

Hij draagt geen fustanella, maar een wijden turkschen broek van grove bruine wollen stof; voorts een bruin, met blauw afgezet vest, zoo als de Bulgaren langs de boorden der Maritza, en een mantel van dezelfde kleur. Die twee zoo sterk sprekende en zoo zeer uiteenloopende typen vindt ge overal in noordelijk Griekenland terug. Vooral den eersten treft ge veelvuldig aan.

Hun wanschapen klaauw omknelt Een pesttoorts, rookende van Helsche folterdampen, Die in de lucht ontvlamt, en gruwlen spat en rampen; Of, draagt het lokaas bloot dat aantergt tot de schuld, Maar de ijsselijke roê met zacht gebloemt' omhuld. De Vorst der duisternis had op des aardrijks boorden Een veldwacht uitgezet. Dit was die Raad van 't Noorden.

De stilte is vervuld van leven, het sap dier vette aarde vermengt zich met het roode bloed der klaproozen. Men heeft de lijkkist bij het gat nedergezet. De knaap, die het kruis draagt, plaatst het thans aan de voeten van den doode, terwijl de priester, die aan het hoofdeind heeft post gevat, voortgaat met in zijn boek te lezen.

Af is alles; voor de vlagen gevallen onder voet en van de winden weggevaagd, het schilderschoone aanschouwen, dat het bonte najaar draagt: noch wit en zijn, noch groene meer, de scherpe doorenhagen.

Maar dikwijls wordt de snavel een breede en ontzaglijk lange menschelijke neus, en het geheele schepsel wordt als menschelijk voorgesteld, daar er niets vogelachtigs overblijft dan de waaier van veeren, waarmede het dier zich verkoelt. Dikwijls is het in bladeren gehuld, en draagt het een kleine muts op zijn kop.