United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Cholos, die het Spaansch radbraken, en de Indianen, die het niet kennen, spreken verschillende dialecten, die men in twee groepen kan onderscheiden, het quichua en het aïmara. Dit zijn de twee oorspronkelijke talen van het groote Inca-rijk, dat een aanvang nam bij de woestijn van Atacama, Bolivia en Peru besloeg, den equator overschreed, en zich uitstrekte tot het tegenwoordige Columbia.

Zij doen volstrekt niet onder voor de bloem der boliviaansche aristocratie, en men zou hen grootelijks beleedigen, wanneer men hen Cholos durfde noemen. Want de Cholos behooren tot de lagere volksklasse, en hun indiaansche afkomst springt onmiddellijk in het oog. Die Cholo's dragen een eigenaardig costuum.

Uit zulke verschrikkelijke tooneelen kan men afleiden waartoe deze bevolking van Cholos en Indianen, in gewone omstandigheden kalm en goedaardig, zich in oogenblikken van razernij kan laten vervoeren. Wat deze arme schepsels noodig hebben, is leiding en onderwijs. Veel is echter in deze richting nog niet tot stand gekomen.

Hij gaat altijd blootvoets en in lompen gekleed in dit koude hooggebergte, dat door de eeuwige sneeuw der gletschers is omgeven, en is machteloos overgeleverd aan de luimen van blanken en Cholos, van welke laatste hij geen menschlievende behandeling te wachten heeft.

De boliviaansche kinderen leeren allen in hun jeugd quichua of aïmara, door den omgang met de bedienden en de kinderen uit de volksklasse. Zij spreken het evengoed als Spaansch. De Cholos en de Indianen in de steden spreken een koeterwaalsch, dat min of meer verwantschap met de taal van Cervantes verraadt.

Als de boliviaansche geestelijkheid zich nu maar wilde beperken tot het houden van processies, of tot het bedotten van onnoozele Indianen en Cholos, dan zou het nog zoo erg niet zijn. Maar onlangs was er iets ernstigers voorgevallen. De zeer talrijke europeesche kolonisten in Oruro waren genoodzaakt geworden, hun woningen in staat van verdediging te brengen.

In 1854 heette Bolivia 3,326,126 inwoners te tellen. De autoriteiten, die zeker goede reden hadden, de juistheid dezer schijnbaar nauwkeurige opgave in twijfel te trekken, hebben wijselijk een ronde som voor het bevolkingscijfer vastgesteld, en geven als totaal thans 2,500,000 aan, welke als volgt worden verdeeld. Blanken 600,000; Cholos 700,000; gewone Indianen 960,000; wilde Indianen 240,000.

Indianen en Cholos weten niets af van de moderne beschaving. De Indiaan heeft slechts twee behoeften, maar hun vervulling is dan ook voor hem levensvoorwaarde. Voor coca en alcohol zou hij een moord begaan. In Bolivia handeldrijven, wil dus zeggen: behoeften scheppen. En dat zal men niet anders bereiken, dan door artikelen aan te bieden, die den kooper niet te duur zijn.

Een zoogenaamde volkstelling kan hier niet anders dan een oppervlakkige schatting zijn. Vele geslachten zullen nog moeten voorbijgaan, eer de twee millioenen Indianen en Cholos van Bolivia inzien, dat zij menschen, en geen kudden vee zijn, om eerst daarna, bij gevorderde beschaving, tot het besef te geraken van hun burgerschap, als leden van een geordenden staat.

De blanken zijn afstammelingen van Spanjaarden of andere Europeanen. De Cholo is, wat wij onder een mesties verstaan. In theorie is hij half Indiaan, half blanke, feitelijk slechts een half ontbolsterde Indiaan. De Cholos vormen een overgang tusschen de gewone Indianen, welke door de blanken als tamme huisdieren worden beschouwd en behandeld, en de eigenlijke blanke klasse.