United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Volgens hem verliepen er zeventig jaar tusschen de verwoesting van Mayapan en de komst der Spanjaarden: Montejo nu hield van 1528 tot 1531 Chichen bezet.

Tikal moet het middelpunt van die nederzettingen zijn geweest; Tikal bestond misschien toen nog; de caciquen van Chichen hadden ongetwijfeld betrekkingen met die stad onderhouden, en toen zij den weg insloegen naar deze stad, de bakermat van hunne familie, handelden zij geheel in den geest der traditie.

Even als de paleizen te Mexico en te Palenqué, hadden ook de paleizen te Chichen geene deuren, maar werden de openingen slechts met matten of gordijnen gesloten; men vindt dan ook geen sporen van scharnieren, maar wel kleine gaten in de zuilen, waarin de koorden voor de gordijnen werden vastgemaakt.

Om dezen te bereiken, moeten wij ons een weg banen midden door het bosch; halverwege vinden wij de helft van een groot beeld van Tlaloc, en in de onmiddellijke nabijheid groote hoopen van puin, overblijfselen van twee tempels, aan wier voet wij weder het beeld terugvinden van de gepluimde slang, Quetzalcoatl of Cuculcan, die de voornaamste godheid der bevolking van Chichen schijnt te zijn geweest.

Deze eenzame cénoté, waarvan de wanden met distels, struiken, heesters en lianen begroeid zijn, te midden van het bosch, maakt een somberen indruk. Deze plek was eens gewijd als bedevaarts- en offerplaats; Chichen was eene heilige stad, en deze cénoté behoorde tot de voornaamste heiligdommen.

"De groote tempel was met zijn spitsbooggewelf geheel van steen gebouwd; hij was vierkant met een fraaien peristijl en van fraai bewerkte steenen; elke zijde had eene breedte van twintig vares, en hij was zeer hoog." Is het niet of men eene beschrijving leest van het Castillo van Chichen, vierkant als dat van Tayasal, van dezelfde afmetingen en eveneens met een fraai peristijl.

Montejo nam te Chichen zijn intrek in de gebouwen, waarvan wij nader zullen spreken; hij vestigde zich daar te midden van eene bevolking, die ten gevolge van het vreeselijke gevecht bij Aké, door den schrik als verlamd was.

Wij mogen Chichen-Itza niet verlaten, zonder nog te spreken van de beide beelden, op de bladz. 33 en 35 afgebeeld. Het eene is afkomstig van Chichen, waar het eenige jaren geleden gevonden werd; het andere is afkomstig uit den omtrek van Tlascala in de onmiddellijke nabijheid van Mexiko: alzoo op grooten afstand van het eerste.

De berichten, die wij omtrent de stad bezitten, zijn zeer schraal en zeer onzeker, zoo als trouwens alles wat wij aangaande Yucatan weten. Dit alleen is met zekerheid bekend, dat Chichen, omstreeks de helft der vijftiende eeuw, door hare inwoners verlaten werd.

"Wij weten dus dat Chichen, omstreeks zestig jaar vóór de aankomst der Spanjaarden nog bewoond was, en dat hare monumenten toen nog ongeschonden in wezen waren.