Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Daar lag op het spiegelgladde water een sierlijke, ranke boot. Een Ethiopiër, de kameeldrijver, dien wij reeds bij de Castaliabron gezien hebben, zat op de roeiersbank. Zijn gitzwarte huid stak sterk af tegen het sneeuwwit zijner kleeding. De achtersteven van het bootje was met kussens en tapijten van Tyrische roode stof belegd.
Hij hoorde het gerinkel der belletjes en zag de rijke versiering, die het volk aan de Castaliabron zoozeer bekoord had; ook den Ethiopiër herkende hij. Toen de kameel het paard had ingehaald hield hij stil, en zag Ben-Hur de verbaasde oogen van Iras op zich gevestigd. De zegen van den waren God zij met u, zeide Balthasar. En met u en de uwen, antwoordde Ben-Hur.
En tot welk volk meent gij dat hij behoort? Tot het volk van Israël, meester, tot den stam van Juda. Weet gij het zeker? Zeer zeker. Hij schijnt u niet veel van zijn leven verteld te hebben. Hij heeft geleerd voorzichtig te zijn. Eerst na zijn optreden bij de Castaliabron werd hij vertrouwelijk. Een vervloekte plaats, die bron. Waarom ging hij er heen?
Kunt gij nog vijf minuten geduld oefenen, dan zal ik u bij eene bron brengen, wier water niet onderdoet voor dat van de beroemde Castaliabron. Dit gezegd hebbende reed Ben-Hur vooruit met den gids, daar het gesprek onder het rijden toch niet kon worden voortgezet. Na een korten rit kwam het gezelschap aan een wady.
Een weinig later kon Ben-Hur zelf den kameel onderscheiden. Hij was wit en buitengewoon groot, en herinnerde hem terstond het schoone dier, dat hij bij de Castaliabron gezien had. Geen ander was dien kameel gelijk. Zijne gedachten vlogen terug naar de Egyptische, ongemerkt liet hij zijn paard langzamer gaan. Eindelijk zag hij dat de kameel een overdekte zonnetent droeg, waarin twee personen zaten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek