Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Er was ons gezegd, en zeker terecht, dat acht dagen nauwelijks genoeg zouden zijn voor Evora, maar wij hebben niet zooveel tijd en moesten al spoedig naar Villaviçosa vertrekken. Daar komt men in een land van de Schoone Slaapster in het Bosch, in een stadje nog witter, kleiner en stiller dan Beja.

In Spanje zijn zulke dorpen regel, en men gewent eraan, maar in Portugal is alleen Beja zoo triest, gevend den indruk van eenzaamheid en geslotenheid. Ieder raadt het u dan ook af, als ge zegt, naar Beja te willen gaan en er een poosje te willen blijven. Inderdaad, als men er komt, is die lust u ook al vergaan; is men er eenmaal vandaan, dan ademt men vrijer.

Men vindt inderdaad in de genoemde gidsen ten zuiden van Beja, op de lijn van Lissabon naar Villa Real de Santo Antonio, een station, dat antwoordt op den naam Saboia Monchique en dat, naar de kaart te oordeelen, vlak bij den Serra moet liggen.

En toch, ja toch, als men die omgeving van onbegrensde ruimte maar tracht te vergeten, heeft Beja nog wel zijn eigen aantrekkelijkheid.

Mooi en aardig waren de weinige gezichten, die ik achter de vensters van de verlaten straten in Beja zag, met de donkere oogen, die den exotischen vreemdeling nakeken.

Toch behoeft het Noorden zich niet te verheffen; de beschaving is dezelfde in Beira als in de omstreken van Beja, en de steden zijn er niet vroolijker, noch somberder. Guarda bij voorbeeld, dat voor hoofdstad doorgaat, is een rustig, middelmatig stadje, op de manier van Rodez of Lons le Saulnier.

Maar de aantrekkelijkheid van Beja is eigenlijk intellectueel en moreel, in zoo ver men hier heeft het stadje met doodschheid en stilte, maar ook met bewaard gebleven oude gebruiken; het stadje, waar niemand komt, waar de vreemdeling niemand onrust of verderf brengt, waar het leven van oudtijds zijn gang is gegaan met zijn vormen en gewoontetjes, zonder dat er iemand om durft te glimlachen of van ancien régime durft te praten, waar men gezichten achter de gordijntjes vermoedt, die tersluiks eens naar buiten kijken.

Nu is ze er weer, de eentonige vlakte; langzamerhand verdwijnt de hoogte van Beja; de toren van koning Denys is nog op een afstand zichtbaar tegen een rosen achtergrond; dan wordt hij op zijn beurt klein en smal, verwasemt en verdwijnt. Te Casa Branca verandert men van trein in een station met een lichte overkapping, waar papieren fladderen en de geuren van eucalyptus hangen.

Die boomen moeten gezondmakend zijn, vijanden van miasmen; maar het zijn tevens sombere boomen, vooral als ze alleen staan, verlaten in wijde ruimten, die ze vullen met hun kruiderigen geur als van cypressen. Eindelijk vertoont zich op een kleine hoogte, maar van waar men een wijden horizon overziet, een stadje met een hoogen toren, dat is Beja.

Woord Van De Dag

sentimenteelig

Anderen Op Zoek