Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


Als hij door zijn belang of door de omstandigheden genoodzaakt is, met een van ons in betrekking te treden, weet hij zich zijn plicht der gastvrijheid te herinneren; hij zal er misschien behagen in scheppen, de gratie ten toon te spreiden, waar zijn ras prat op gaat bij de ontvangst van vreemdelingen, en zoo zal de overmaat van lof en de betuiging van vriendschap niet voor zijn ziel den bijsmaak van een list, noch voor zijn mond dien van een leugen hebben.

"Evenals zijne verwanten, eet de Helmkwartel bij voorkeur zaden en vruchten, hoewel Insecten een niet gering deel van zijn voedsel uitmaken. In de eerste lentemaanden eet hij graag wilgeknoppen, waardoor zijn vleesch een bitteren bijsmaak krijgt.

De menschen hadden 't haar, toen ze na zijn dood in Holland terugkwam, nog ondragelijker gemaakt dan het al was. Hun erbarmen had een wrange bijsmaak; ze voelde óver-sensitief in die dagen hun meelij niet alleen met haar verlies... maar met de vrouw die een Duitscher, een mof had getrouwd. Ze verborgen hun haat niet tegen dit volk.

Daarna in de studeercel van Faust meegekomen en door magische spreuken gedwongen, onthult hij zich als Mefistofeles in de gedaante van een reizend scholier, zooals de Middeleeuwen ze bij menigte telde en aan wier reputatie vaak een geheimzinnig verdachte bijsmaak was. Welke nu is de beteekenis van Mefistofeles in het Faustgedicht? Want deze figuur heeft een zeer bepaalde beteekenis voor Faust.

Gedurende den geheelen namiddag van zijn zeventigjarig leven is deze bescheiden overvloed Erasmus' deel geweest; en hij heeft zijne eenmaal verworven onafhankelijkheid verdedigd met de angstvallige zorg van iemand die bij ondervinding den bitteren bijsmaak van het brood der maatschappelijke ballingschap kende, en hoe zwaar het valt vreemde trappen te beklimmen.

waren zij, onder den indruk van het onnatuurlijke, ongezonde leven dat zij leidden, bijna onkinderlijk bedaard. Het middagmaal, dat om twaalf uur plaats had, was al even karig als de andere maaltijden en bestond heden uit niets anders dan slecht vleesch en droge aardappelen, waaraan een grondige bijsmaak was.

Doch de oude vroolijkheid moge, door de moeielijke en zware tijden, eenigszins gedempt zijn, uitgedoofd is zij niet, al heeft zij soms een bijsmaak gekregen, die verre van geruststellend is.

Anderen Op Zoek