Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 oktober 2025


De Christelijke kerk werd daardoor niet beter. De oude reinheid van zeden, nederigheid en godsvrucht maakten dikwijls plaats voor heidensche losbandigheid, hoogmoed en praal. Constantijn, hoewel een beschermer der Christenen, bleef den titel behouden van opperpriester; ook gaf hij soms blijken van wreedheid en bijgeloof.

Deze inboorlingen zijn van een terugstootend uiterlijk en staan nog verre in beschaving ten achter bij de andere strandbewoners dezer streken, de Tchouktchis, de Joukaghirs en de Samojeden. Zij zijn afgodendienaars in de meest strikte beteekenis van het woord, ondanks de moeite welke de Moravische broeders zich gegeven hebben om het bijgeloof onder de bevolking van Nieuw-Siberië tegen te gaan.

DR. STOCKMANN. Missen, ja; maar we hebben toch veel aan hen te danken. HOVSTAD. Dat zal ook naar behooren erkend worden; maar een journalist van mijn richting kan een gelegenheid als deze niet voorbij laten gaan. De fabel der onfeilbaarheid der vroede mannen moet eens een duw hebben. Dergelijke dingen moeten net zoo goed uitgeroeid worden als ander bijgeloof.

De Venetianen zijn gelukkig door den dunk, dien zij koesteren omtrent hun adel; de Grieken beschouwen zich als de vaders der wetenschappen en pochen op de oude eeretitels hunner hooggeprezen helden; de Turken en dat geheele samenraapsel van werkelijk barbaarsche volken matigen zich zelf den lof van godsdienstigheid aan en spotten met het bijgeloof der Christenen.

Ik las de geschiedenis der godsdiensten, en vergeleek ze met elkaar, en ik las de werken van de schrijvers, die opgestaan zijn om ze aan te vallen. Ik vond althans zoo meende ik in alle dezelfde bronnen van bijgeloof een bijgeloof uit oorspronkelijk natuurlijke oorzaken ontstaan, en met verschillende wijzigingen van het eene geslacht op het andere, door alle tijden heen, overgebracht.

Dat geloof van Bebel en Haeckel wordt ons wel als wetenschap aangeprezen; maar het is geloof; en, ik vind, bijgeloof. De wetenschap, óók de natuurwetenschap, bevestigt de filosofie van Bebel en van Haeckel niet, maar verklaart zich daar in den laatsten tijd eer tégen dan vóór. De wetenschap heeft aan het christendom als zoodanig nog heelemaal geen grond onder de voeten weggenomen.

De ongelukkige had den tijd niet gehad de proef van zijn rollend huis te nemen. Maar zijn erfgenamen, minder fantastisch dan hij, beschouwden den toestel met schrik en bijgeloof, als het werk van een krankzinnige. Zij haastten zich dus er zich tegen een lagen prijs van te ontdoen en daarom kocht ik alles voor rekening van den kolonel.

De ruiming ervan werd aan de plasregens overgelaten, die echter meer verstopten dan wegveegden. Rome liet zijn riool nog iets dichterlijks behouden en noemde het Gemonie; Parijs smaadde het zijne en noemde het 't "stinkgat." De wetenschap en het bijgeloof waren het eens ten aanzien van het afschuwelijke. Voor het stinkgat had de gezondheid niet minder afkeer dan de legende.

Tot deze melancholie en tot die halsstarigheid der Finnen, heeft hun diep ingeworteld bijgeloof en hun sedert de oudste tijden bekend geloof aan wonderen, waarschijnlijk veel bijdragen. De Finnen gaan bij al hunne naburen door voor heksenmeesters. Zelfs in Stokholm wendt men zich tot de eerste de beste Finsche meid, als men meent eenige hulp uit het geestenrijk noodig te hebben.

Hier zien wij dus een geval, dat eene uitbarsting eene aardbeving verzwakt en daarvoor in de plaats treedt, zooals volgens het bijgeloof der lagere klassen ook te Concepcion geschied zou zijn, indien de vulkaan Antuco niet door tooverij verstopt was geworden.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek