United States or Nepal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit argument schijnt mij zeer juist toe; het laat echter de vraag over het al of niet bestaan van een uitsluitend bewerkingsrecht onaangeroerd, daar het de verplichting tot schadevergoeding uit de tusschen partijen bestaande verbintenis afleidt.

Op welke wijze en met welke middelen de exploitatie kon plaats hebben werd in het midden gelaten, daar dit betrekking heeft op de tweede vraag, die pas in dit hoofdstuk aan de orde is gesteld. De verhouding tusschen vertalingsrecht en bewerkingsrecht eenerzijds en kopierecht, op- en uitvoeringsrecht enz. anderzijds zal nu duidelijk zijn.

IV Het recht van den bewerker en het uitsluitend bewerkingsrecht Het "bewerken" van geschriften kan met betrekking tot het auteursrecht tot soortgelijke verhoudingen aanleiding geven als het vertalen. Doch aan den anderen kant heeft hij, evenals deze, het recht van den auteur van het oorspronkelijke werk te ontzien.

Dat b.v. den auteur in sommige gevallen een uitsluitend vertalingsrecht of een uitsluitend bewerkingsrecht toekomt, beteekent alleen, dat hetgeen in de vertaling of bewerking uit zijn werk is overgenomen, evengoed als het werk zelf in zijne oorspronkelijke gedaante, voorwerp van zijn uitsluitend exploitatie-recht is.

De Haagsche Rechtbank is echter, jammer genoeg, niet ingegaan op de principieele vraag, waar het mij hier om te doen is, nl. of volgens ons recht een uitsluitend bewerkingsrecht bestaat en hoever dit recht zich uitstrekt.

Er zijn mij een tweetal gevallen bekend, waarin de rechter over het uitsluitend bewerkingsrecht volgens onze wet te oordeelen kreeg.

Achtereenvolgens zullen hierbij ter sprake komen: I De vereischten, waaraan een geschrift moet voldoen om object van auteursrecht te zijn; II Het recht van den vertaler; III Het uitsluitend vertalingsrecht; IV Het recht van den bewerker en het uitsluitend bewerkingsrecht. I Vereischten waaraan een geschrift moet voldoen om object van auteursrecht te zijn

Er is echter van andere zijde reeds terecht op gewezen, dat de aangehaalde woorden van den minister bij de verdediging der wet in een gansch ander verband werden uitgesproken nl. bij de bespreking van het auteursrecht op mondelinge voordrachten . Doch ook al was dit niet het geval, dan zouden toch deze woorden op zichzelf nog niet eene ontkenning van het uitsluitend bewerkingsrecht op b.v. romans of tooneelstukken uitdrukken.

Van eene erkenning van een uitsluitend bewerkingsrecht in ons land is tot nu toe weinig gebleken. Er is zelfs beweerd, dat volgens onze wet alleen het woordelijk overnemen van een geschrift inbreuk op het auteursrecht is. Deze meening, die o. a. door Mr. Ph.

Overigens blijkt uit de uitspraken over de laatstgenoemde zaak, dat nóch de Rechtbank, nóch het Hof van Amsterdam het bestaan van een uitsluitend bewerkingsrecht volgens ons recht in beginsel geheel uitgesloten achten. § 3 Wetenschappelijke en technische platen en kaarten