Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Deze woning kwam van achter met een verborgen deur uit in een lang, nauw, bestraat, krom, open, aan beide zijden van hooge muren omgeven pad, dat met wonderbare kunst tusschen de omheiningen der tuinen en bouwvelden, waarvan het al de hoeken en krommingen volgde, verscholen en als verloren was, tot aan een andere, eveneens geheime deur, ongeveer een half kwartier verder, schier in een andere wijk, aan het eenzame einde der Babelstraat.
Ze kwamen op een klein bestraat binnenplaatsje, en hier ontmoetten zij een dikken man met een bos haar op zijn gezicht en een bos sleutels in zijn hand. »Wat is er nou aan de hand?« vroeg de man onverschillig. »Een jonge zakkenroller,« antwoordde de man, die Oliver beet had. »Bent u de bestolene meneer?« vroeg de man met de sleutels.
Toen die overtoom, in 1718, aanzienlijke herstellingen behoefde, werd hij opgeruimd en het terrein opgehoogd en bestraat. De scheepsbouw was toen niet langer het voornaamste bedrijf der Zaankanters, die zich andere en rijk vloeiende bronnen van welvaart hadden geopend. Ik ben onwillekeurig over den vroegeren tijd gaan spreken, waarop wij nog wel een en andermaal zullen moeten terugkomen.
Sedert 1827 werden de hoofdwegen met vele zijtakken naar de voornaamste steden en dorpen bestraat of bepuind, waardoor de gemeenschap te land, vooral in den winter, evenzeer werd bevorderd als die te water door het uitdiepen en verbeteren van vele kanalen voor de scheepvaart en de afstrooming . De kadastrale meting van deze provincie, in 1812 en op nieuw in 1825 aangevangen, had sedert 1834 eene meer regelmatige verdeeling van de Grondbelasting ten gevolge . Het Friesch Genootschap voor Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, in 1828 opgerigt, verzamelde de krachten van alle beoefenaars en voorstanders dezer belangrijke onderwerpen tot meerdere toelichting en openbaarmaking van de bronnen onzer historische kennis; terwijl landbouw en veeteelt, handel, fabrijkwezen en nijverheid met rustigen gang voorwaarts streefden.
En zelfs in 1792 zegt Cornelius de Jong nog: »De Kaap, niet bestraat zijnde, is in den regentijd een algemeene dijk, hetwelk de laarzen zeer noodzakelijk maakt. De goten, die wijd zijn, midden door de straten loopen en meesttijds het water niet kunnen verzwelgen moet men bij sterken regen overspringen" . Toch volgde men in het huiselik leven de hoofse zeden van de Europese steden.
Is de straat in het midden met keien bestraat, waar langs een trottoir of bestrating van klinkers, dan laat hij de dame op de kleine steentjes loopen. Het maakt altijd een aangenamen indruk, wanneer een heer of jonge dame op straat beleefd tegenover oudere lieden zijn, hen helpen bij het oversteken van een drukke straat of als zij een pakje of wandelstok laten vallen, dien voor hen oprapen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek