Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
Men neemt op 5 k. water 7 1/2 o. witte suiker, kookt dit een half uur, onder zorgvuldig schuimen, en giet het in een open vat. Als het bekoeld is, besmeert men eene snede wittebrood dik met gist, legt er die in, en laat het 2 dagen gisten.
Van 7 1/2 o. bloem maakt men een deeg volgens No. 6 of 7, en rolt dit uit tot 3 koeken, die men met boter besmeert, met suiker en kaneel bestrooit, en licht bruin bakt. Als zij koud geworden zijn, bedekt men den eersten koek met dik gekookte wijnvlade, den tweeden met bessen- of frambozengelei, en legt ze alle drie op elkander.
Dan besmeert men een schotel dik met boter, strooit er geraspt wittebrood over en legt het vleesch er in, met balletjes er tusschen van de farci in No. 5 opgegeven, benevens citroenschijven, en zóó, dat het in het midden wat is opgehoogd.
Dan zet men het in den vorm nog anderhalf uur te rijzen, besmeert den koek met verdunde eijeren, en laat hem, in den goed gestookten oven, ongeveer 1 uur bakken. Rolkoek. Men neemt 6 o., 2 1/2 bloem, 3 o., 7 1/2 l. boter, 1 1/2 o. suiker, 3 eijeren, 5 l. gist, 1 1/2 m. melk en 1 theelepel zout.
DANDYN. Ja wel, ’k word desperaat; ’k Ga vonnissen. WOUTER. Wy zyn geen hoeren, noch geen scheuken. Zie daar de daad. *Een Hond, Messieurs, komt in de keuken, *zeer ras. Hy vind daar een Kapoen, dat netjes gelardeert, Bedroopen, en daar na met boter was besmeert.
Men maakt van deze farci langwerpige vierkante stukjes, wentelt die in geklutste eijeren en daarna in gestooten beschuit, om ze met boter in de pan te bakken. Men legt gebakken pieterselie op den schotel. Caviaar broodjes. Men roostert dunne sneden brood en besmeert die met caviaar. Ansjovisbroodjes. Sneedjes wittebrood worden geroosterd; dan in melk en eijeren geweekt en vlug in boter gebakken.
Dit deeg rolt men op de met meel bestoven taartenplank dun uit, en steekt er met een blikken vorm sterren van, die men daarna met het afgehouden eiwit besmeert en, op eene gewaste plank, langzaam bakt. Men kan ook een deeg maken van 5 o. bloem, 3 o., 3 lood boter, 6 1/2 l. suiker, 2 eijeren, 8 w. kaneel en hertshoornzout, volgens No. 22.
Men legt dit in kleine hoeveelheden bij elkander, op eene met was bestreken plaat; of men besmeert er de geheele plaat mede, om het, als het uit den oven komt, in stukken te snijden. Het wordt bij den tweeden warmtegraad gebakken.
De kastanjes en het appelmoes worden vermengd en gelegd op een taartendeeg, bereid volgens R. 519, 520 of 521, waarmede men een te voren met boter bestreken en met beschuitkruimels bestrooiden vorm heeft belegd. Men legt er vervolgens een deksel van hetzelfde deeg op, besmeert het met boter en bestrooit het met wat suiker en bakt de taart in een gestookten oven.
Dan besmeert men een vorm of schotel met boter en legt er een blad deeg in, waarop men eene laag, ter dikte van een vinger van de volgende farci legt: Een soepbord vol gekookte ham, waaraan niet te veel vet is, fijngehakt met een uije en dooreengeroerd met 6 geklutste eijeren, 5 m. room, benevens wat notemuskaat. Hierop volgt weder een lap deeg en zoo om en om, tot men met deeg sluit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek