Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Den 17den Maart verlaten wij Tsjittore en slaan den weg noordwaarts in naar Ajmeer of Adsmir, de voornaamste stad der Aravallis. Dien dag en de volgende dagen voert onze tocht ons nog altijd door de staten van den maha-rana, door de vruchtbare, maar niet overal evengoed bebouwde vlakten van Mewar.

Trouwens, die dagen werden op de aangenaamste wijze doorgebracht: onder anderen ook door een uitstapje naar de Aravallis, waar wij, met eenige officieren, gingen jagen. De vlakten om het kamp zijn overrijk aan allerlei soorten van wild; en in de dalen en kloven der groote bergketen huizen eene menigte wilde dieren.

In de verte Oodipoor, de stad van de rijzende zon, met haar diadeem van paleizen, rustende tegen de Aravallis, wier prachtige grootsche lijnen zich krachtig in de blauwe lucht afteekenden.

Even voorbij Nusserabad begint het bergland, en weldra bevonden wij ons midden in de Aravallis.

Al deze schatten liggen ongebruikt; de inlanders kunnen ze zelven niet exploiteeren, en houden de toegangen tot hunne bergen zooveel mogelijk voor de Europeanen gesloten. De hoogste toppen der Aravallis reiken tot ruim drie duizend voet boven de zee.

Voor wij de bergengte bereiken, die naar de vlakte van Mewar voert, geleidt de majoor ons naar het meer Oedey-Sâgur, aan het uiteinde van den Guirwô, tegenover Oodipoor, gelegen: een schilderachtige waterkom, door donkere wouden omzoomd, en aan drie zijden beheerscht door de toppen van de Aravallis, die aan geheel het landschap een verheven ernstig voorkomen geven.

De houdi van Dubock is allerfraaist gelegen, beschaduwd door een groep hoog geboomte, aan den rand van een diep dal; de vlakte en het gebergte der Aravallis liggen in een wijd panorama voor ons.

Mynar is inderdaad een sahsun, dat wil zeggen eene kerkelijk domein; de priesters beweren dat hun dit goed geschonken werd door den mythischen rajah Mandhata, die vóór Vicramaditya te Dhar regeerde en wiens rijk zich uitstrekte tot de Aravallis.

Het koninkrijk Mewar wordt ten zuiden begrensd door het Vindhya-gebergte, ten westen door de Aravallis, ten oosten door Malwa, en ten noorden door de engelsche provincie Adsjmir. De inkomsten van den staat worden geschat op veertig lakh roepyen, gelijkstaande met ongeveer twee millioen gulden.

Wij hebben het Vindhya-gebergte verlaten en bevinden ons nu in de Aravallis, die zich dwars door Radsjpoetana tot aan Delhi uitstrekken. Deze bergketen is nog zeer weinig bekend; zij bevat niet alleen een onuitputtelijken rijkdom van kostbare marmersoorten, maar ook goud, zilver, koper, lood, blik, rotskristal, granaat en andere edele steenen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek