Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Förstemann vermeldt hem reeds in zijn Altdeutsches Namenbuch en Wassenbergh en Leendertz eveneens in hunne lijsten van friesche en nederlandsche personennamen.
Even als het patronymikon Govers van den mansvóórnaam Govert komt en deze naam weer eene verslyting is van den vollen form Godfried, zoo komt ook Rovers van Rovert, Rodfried. De oud-germaansche naam Hrodfrid, Rodfried is in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch te vinden, ook in den afgesletenen form Rofred; van Rofred tot Rovert is slechts één stap, niet meer als een zeer gewone letterkeer.
Immers Ros, Rose is een oud-germaansche mansvóórnaam, die als zoodanig in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vermeld wordt. Overigens, de vrouelike en de verklein-form van dezen naam, Rosa, Roosje, is als vrouenaam by ons nog wel in gebruik.
Hier volgen eenige geslachtsnamen, schijnbaar diernamen, maar die ik, met meer of minder waarschijnlikheid, tot de geslachtsnamen, aan mansvóórnamen ontleend, meen te moeten brengen. Lew of Lewon is een oud-germaansche, in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch voorkomende naamstam, die zoo wel op zich zelven voorkwam, als in samenstellingen. Deze naam beteekent leeu.
Wijl echter Hederik, Hadarik ook een oud-germaansche mansvóórnaam is, zoo als men in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch kan vinden, zoo komt het my aannemeliker voor te stellen dat de geslachtsnaam Heederik, in Duitschland als Hederich voorkomende, aan dezen mansnaam ontleend zy.
Dr. Ernst Förstemann, Altdeutsches Namenbuch. Nordhausen, 1856. T. D. Wiarda, Ueber deutsche Vornamen und Geschlechtsnamen. Berlin und Stettin, 1800. Johan Winkler, Een en ander over friesche eigennamen. In het tijdschrift De vrije Fries, dln. XIII en XIV. Leeuwarden, 1877 en '81. L. A. Te Winkel, Over de woorden met den uitgang ing. In A. De Jager's Archief voor nederlandsche taalkunde, dl.
Het woord of de naam die aan den geslachtsnaam Bosscha, Buska ten grondslag ligt, kan zijn de mansvóórnaam Boske, Buske, een verkleinform van den oud-germaanschen mansvóórnaam Bos, Boso. Deze naam, ook in verkleinform als Bosico, dat is Boske, wordt in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vermeld, en is nog in Friesland in gebruik; een man die Bose Eelzes Kingma heet, woonde in 1882 te Dokkum.
Bocco, Bucco is een oud-germaansche, in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vermelde mansvóórnaam, die als Bokke nog heden ten dage in Friesland in volle gebruik is. De geslachtsnaam Bok zal zekerlik wel, in menig geval, ontleend zijn aan dezen ouden mansnaam. Hy gaf buitendien oorsprong aan vele andere geslachtsnamen en plaatsnamen.
De mansvóórnamen die aan de andere hiergenoemde patronymika ten grondslag liggen, Hert aan Herdingh, Busse aan Bussingh, Weit aan Weytingh enz., zijn eveneens allen zuiver germaansch, en in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch te vinden. Een geenszins onverdienstelik letterkundige, die omstreeks de helft dezer eeu werkte, droeg den naam van D. Buddingh.
Dit patronymikon, van den oud-germaanschen mansnaam Rado afgeleid, komt, als Ratink geschreven, reeds in 709 voor, zooals Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vermeldt, ja, als Reding, Retinc, enz. nog vroeger. In middeleeusche geschriften komt dit patronymikon herhaaldelik voor, en nog heden bestaat het als geslachtsnaam Radink.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek