Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Het kamp maakt een allertreurigsten, somberen indruk; in 1857 maakten de opstandelingen zich van dezen post meester, verbrandden al de woningen, hakten al de boomen om en vernielden de plantages: de gansche streek werd een wildernis.

Van 1822 tot 1838 bedroeg die daling 25 millimeters in de vier jaren, zoodat men in 1838 dagelijks visch ving op plaatsen, waar in 1807 bij stil weder nooit een druppel water stond. In 1857 en 1858 vond Lyell, dat er 0,60 meter water op de straat stond. Nog steeds daalt de bodem.

Niemand wilde toegeven; er kwam een groote storing uit voort in de data waarop de godsdienstige feesten werden gevierd, en zoo werd de gemeenschap in twee secten verdeeld. Er werden toen moorden bedreven, en het liep af met het ophangen van een Parsi, door de leden van zijn secte als een heilige beschouwd. Eindelijk barstten in 1857 de beroemde opstanden uit.

Daarin werd het beginsel van de wet van 1857 bewaard en tevens verscherpt, waardoor aan al de wenschen der Liberalen werd toegegeven, behalve op het punt van leerplicht. De rechten van het algemeen waren op het stuk van onderwijs verminderd in het belang van den staat; het toezicht op het onderwijs werd verscherpt; de leerstof vastgesteld.

Al deze gebeurtenissen echter hadden het verbond van Roomschen en Liberalen versterkt. Men geloofde dat het niet kon ontbonden worden. De wet op het lager onderwijs van 13 Augustus 1857 toonde dat het minder sterk was dan men dacht. Terwijl alle Liberalen deze wet, die het neutrale openbare onderwijs invoerde, ondersteunden, kwam er splitsing onder de Roomschen.

Het ministerie bewaarde er het stilzwijgen over en wilde zich aan de kwestie onttrekken, maar door de omstandigheden werd het met geweld er toe gedrongen. Den 21en Februari 1876 deed de afgevaardigde A. Moens, inspecteur van het lager onderwijs te Utrecht een voorstel voor de herziening van de wet van 1857, die niet aan de orde was.

Ritzema Bos worden eenige merkwaardige voorbeelden van de talrijkheid der veldmuizen medegedeeld: "Een landbouwer te Blijham telde in 't beruchte muizenjaar 1857 op één bunder land, bij één omgang van de ploeg, 80 Muizen, welke door de ploegschaar waren doorgesneden.

Van de eerste loffelijke eigenschap hebben zij, tijdens den grooten opstand van 1857, een schitterend bewijs gegeven, door niet alleen de Engelschen te beschermen, die door de sipayers werden bedreigd, maar ook zelf tegen de opstandelingen te gaan vechten.

Ziehier eene uitspraak van Tolstoi uit denzelfden tijd over Toerghenjeff en diens vriendin, Madame Viardot, welke uitspraak door Botkin in een' brief van 8 Maart 1857 aan Droezjinin vermeld wordt: ... Tolstoi schrijft over zijn bezoek aan hem het volgende: "Beiden dwalen, om zoo te zeggen, in het duister rond, zijn verdrietig, beklagen zich over het leven, voeren niets uit, en schijnen elk voor zich onder den last hunner wederzijdsche verhouding gebukt te gaan.

Toch moest het einde van dezen opstand der Sipayers, die den Engelschen misschien Indië zou gekost hebben, indien hij zich over het geheele schiereiland had uitgestrekt, en vooral indien de beweging nationaal geweest was, den val van de achtbare Indische Compagnie na zich sleepen. Inderdaad werd met het einde van het jaar 1857 het Hof der Direkteurs door lord Palmerston met ondergang bedreigd.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek