Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Er zijn Fransche namen met uitroepingsteekens, blijken van toorn. De muur is in 1849 opnieuw gewit. De volken beleedigden er elkander op. Aan de deur dezer kapel werd een lijk gevonden met een bijl in de hand. Dit lijk was van den tweeden luitenant Legros. Ter linkerzijde, als men de kapel verlaat, ziet men een put. Op dit voorplein zijn er twee.
Dit is Dorus Makko, deze twee stukjes papier en deze brief zijn Theodorus Johan Makko, geboren te Amsterdam, op den 12den Januari 1849, en "krates" is niemand, hè, hè hè, hè, hè." Hij lachte tot zijn roode oogen er van overliepen en wreef zich de knokkelige vingers, terwijl hij nogmaals de melodie van Malbroek floot.
Het had hard gevroren in de maand Januari van het jaar 1849; de Zuiderzee was voor een groot deel met ijs bedekt, de vischvangst stond stil en in de huisgezinnen der durgerdamsche visschers begon de nood te nijpen en dreigde de honger.
De stad was een der eerste steden van Zuid-Amerika, die een uitstekende waterleiding bezaten; de dam, gebouwd in de hooggelegen heuvelstreek ten behoeve der watervoorziening van Valparaiso, dateert al van 1849. Onlangs is weer een groot réservoir voor regenwater te Penuelas gebouwd, omstreeks op tien mijlen afstands, en ter hoogte van duizend voet boven het niveau der zee.
Eerst in 1849 ging er in 's Lands Hooge Raadzaal een stem op, om te protesteeren tegen dit gemis van eerbied voor een dergelijke belangrijke historische herinnering. Het was de heer Groen van Prinsterer, die hiervoor in 't krijt trad, terwijl ook van andere zijden aan de verontwaardiging over die heiligschennis werd lucht gegeven.
YPEIJ en FEITH, Oudheden van het Gooregt en Groningen, 1836, I, 37 env.; DIEST LORGION, Geschiedkundige Beschrijving van Groningen, 1849, 18 env.; DRIESSEN, Monum. Gron. 857. Zie het Klein Traktaat van de zeven Zeelanden in SCHOTANUS, Kronyk, tablinum, 19, en, met de vertaling, in FOEKE SJOERDS, Beschrijving, I 55. Vergelijk verder Aanteekening 9.
Bij de uitzetting is de kantonrechter vrij in zijn oordeel, behoudens in achtneming van art. 11 der wet van 1849; hij spreekt toch geen vonnis uit onderworpen aan de gewone regelen bij de rechtspraak geldig. Slechts een beroep op het uitvoerend gezag, dat natuurlijk vrij kan beslissen.
Wat baat het, dat daarginds metalen beelden rijzen, Zoolang een woeste drom hier Willems beeld verbant, Zoolang men zaal en gang in 't Prinsenhof blijft wijzen, Ontheiligd en ontsierd door snoode taal of hand", aldus toornde de heer J. C. Perk in het Muzen-Album van 1849.
Naar bericht wordt, werd het in 1848 door den schilder Louis Becker, die ijverig verzamelaar van kunstwerken en zelf zeer handig was in het maken van gipsafgietsels, bij een uitdrager in Mainz onder ouden rommel gevonden en aangekocht. In 1849 gaf Becker het afgietsel aan Prof.
geboren te Brussel den 19 Februarij 1817 en den 19 Junij 1839 gehuwd met Sophia Frederika Mathilda, Prinses van Wurtemberg, volgde hem op, en werd op den 12 Mei 1849 te Amsterdam gehuldigd. Op den 19 April 1852 deed hij zijne plegtige intrede in Friesland. Zijn oudste zoon, Prins Willem Nicolaas Alexander Frederik Karel Hendrik, geboren den 4 September 1840, bezocht dit gewest in Julij 1851.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek