Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 oktober 2025
Ten aanzien van der Friezen vrijheid ook omtrent geestelijke zaken, het stichten van Kerken enz. heeft de Heer Mr. W. W. Buma grondige bewijzen bijeengebragt in: het Regt der Friesche Herv. Floreenpligtigen op het verkiezen van Predikanten enz. toegelicht en verdedigd, Leeuw. 1849, bl. 14, 33.
Van dit eiland was de laatste expeditie vertrokken om de bronnen van den Nijl op te sporen. Maar het zal goed zijn aan te wijzen, welke onderzoekingen Ferguson hoopte te verbinden. Er zijn twee hoofdzakelijke: die van doctor Barth in 1849, en die van de luitenants Burton en Speke in 1858.
Onjuist is dus de uitlegging van de woorden "binnen de wettelijke grenzen" als zouden deze beteekenen "voor zooveel de wetten hier te lande het toelaten met inachtneming van de vormen bij die wetten voorgeschreven." Ik acht juister eene negatieve interpretatie: "voor zoover de wetten en instructies het niet verbieden." Met eene uitzetting volgens de wet van 1849 hebben wij hier dus niet te doen.
Zie over den aard en de geschiedenis van dit regt de beide werkjes van den Heer Mr. W. W. BUMA, het regt der Hervormde Floreenpligtigen op de verkiezing van Predikanten en op het Beheer van Kerkegoederen, Leeuw. 1849, en de Onbevoegdheid der Alg. Herv. Synode tot het regelen van het Beheer der Plaatselijke Kerkegoederen, Leeuw. 1851, gelijk ook de werkjes van den Eerw.
Zijn flamingantisme richt zich tegen het Franschgezinde liberale gemeentebestuur, door wiens verdedigers hem zijn toegeven aan de katholieke gezindheid wordt verweten: in 1843 liet hij een door de geestelijkheid gewijzigde uitgave van "Het Wonderjaer" verschijnen, die hem in een oogenblik van grooten nood gevraagd was. In 1849 ontvlucht hij de stad en rust in de Kempen uit.
Zij hebben blijkbaar hun voordeel gedaan met een aanval van hoogmoed van hun meester om zich een volmacht te doen geven tot een ongehoorden stap, indruischend tegen de lijn van omzichtigheid, doodzwijgen en list, welke altijd door Rusland gevolgd wordt. Een brief van den 13den October 1849, gedateerd van Sint-Petersburg, en geteekend: Een Russisch diplomaat, verschijnt in een Revue.
Hij stichtte zendings-stations te Mabotsa en Kolobeng en breidde zijn arbeidsveld steeds verder uit. Eindelijk besloot hij dieper de binnenlanden in te trekken, en bereikte zoo in 1849 het Ngami-meer en den Sugastroom. Van 1851-1853 zette hij zijn tocht voort en deed daarbij vele ontdekkingen, die voor de aardrijkskundige wetenschap van het grootste belang waren.
Die kunstenaar, die geleerde, was in zijn hart Oosterling gebleven; Oosterling door de dorst naar wraak, Oosterling door de hoop die hij voerde, om eenmaal de rechten van zijn land te herwinnen, de vreemdelingen te verdrijven en het zijn onafhankelijkheid weder te geven. In 1849 keerde prins Dakkar naar Bundelkund terug.
Nadat hij den 13 Maart 1848 het merkwaardig besluit nam tot herziening van de Grondwet, overleed hij reeds den 17 Maart 1849 te Tilburg. De plegtige begrafenis te Delft had op den 4 April plaats. WILLEM III, of WILLEM ALEXANDER PAUL FREDERIK LODEWIJK, Prins van Oranje en Nassau enz.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek