Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 oktober 2025
Daarop prijkt een klein standbeeld van Liederik de Buck. In den kerktoren hangt een welluidend klokkenspel. Alle vijftien minuten werpt het zijne lichte tonen over de gemeente. Te Harelbeke, in een klein huisje, stond de wieg van PETER BENOIT, geboren in 1834 en overleden in 1901.
Fath-Ali, die in zijne oorlogen tegen Rusland zeer ongelukkig was, bracht het laatste gedeelte van zijn leven, hij stierf in 1834, bijna uitsluitend in den harem door. De koning had zevenhonderd vrouwen en, als het gerucht waarheid spreekt, zeshonderd kinderen.
't Eerst kwam Friedrich Gerstäcker, om weldra overtroffen te worden door zijn geheimzinnigen landsman, Charles Sealsfield, die eigenlijk Karl Postl heette, en sedert 1834 met zijne "Trans-Atlantische Reise-Skizzen" een grooten naam maakte.
In Nederland is de beoefening en waardeering zijner werken tamelijk laat aangevangen, en de eerste proeven van welgeslaagde vertalingen vindt men in de "Bloemlezing uit de Dramatische Werken van William Shakespeare" van Mr. L. Ph. C. Van den Bergh, welk boek in 1834 het licht zag.
Over de Friesche kerken en kloosters kan men uitvoeriger berigten vinden in: SCHOTANUS, Beschrijvinge end Chron. 298; Oudheden en Gestichten, I 24 en verv.; FOEKE SJOERDS, Beschrijving, I 64, 635; Tegenwoordige Staat, I 32, 251, 434; VAN HALMAEL, in het Friesch Jierboeckjen foar 1834, XV, en de Lijst der Kloosters achter het Stamboek van den Frieschen Adel; VAN LEEUWEN, Aantt. op it aade Friesche terp, 395, 405, 440.
Van dezen besloeg ons tegenwoordig Friesland er twee, en een deel van het derde Zeeland. Friesch Jierb. 1834, § 5; voorts West. Jaarb. I. 211, en de daar aangehaalde Schrijvers. Wiarda, Von den Landt. d. Fries, b. Upstalsboom, 3 Abschnitt; Meng. Leeuw. Cour. 4 Oct. 1831. Bl. 67. Ao 910. Westerman heeft enz.
De priors van Sainte-Croix hebben dit prerogatief behouden, evenals den titel van kanselier, tot in 1834. Ter herinnering aan het verblijf te Sainte-Croix van de theologische faculteit, hield lang een gewoonte stand, die in Coïmbra allerlei schilderachtige vertooningen meebracht.
In de situatie en in de stemming bestaat echter dit verschil, dat Welhaven in 1834 zich ergerde over leege blufferij, terwijl de daden nog op zich laten wachten, maar de hoop uitspreekt, dat het eenmaal anders zal worden. In 1864 is het Noorweegsche volk werkeloos gebleven, waar handeling vereischt werd. Ibsen verklaart het volk voor dood.
Historie, 1749, I; CERISIER, Gesch. der Ned., 1781, I, 24, 29, 82-136; GAILLARD, Geschied. van KAREL den grooten, 1785, I 225, II 32 enz.; WESTENDORP, Jaarboek, Gron. 1829, 1-97; VAN LEEUWEN'S Kronyk der vrije Friezen, 1834, 1-59, benevens de belangrijke Aanteekeningen daarop, enz. Omtrent de bijzondere bronnen van dit laatste gedeelte, zie men Aanteekening 6.
En toch is Arnljot Gelline een mooi gedicht, wanneer men er maar in zoekt, wat er werkelijk in te vinden is: stemmingen van een aan stemmingen rijken dichter. Het hooggespannen Idealisme. In 1834 had Welhaven gevraagd, wat de herinnering aan een groot voorgeslacht baat, wanneer zij niet tot eigen daden aanspoort.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek