United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo hebben wij een prozaverhaal van Sinte Kunera, van dBoec vanden Houte en van Theophilus, alle drie zonder literaire beteekenis . Van het verhaal van Sinte Patricius' Vagevier bezitten wij een tegenbeeld in proza: het Visioen van Tondalus. Opmerkelijk is hier, dat de vertaler zelf ons verzekert dat het oorspronkelijk Latijn door hem "van woorde te woorde" verdietscht is.

Meer dan over het algemeen het geval is gevoelden beiden de beteekenis van den aanvang van het huwelijksformulier: "Overmits dat den gehuwden gemeenlijk velerhande tegenspoed en kruis vanwege de zonde is toekomende, opdat gij, die uwe echtelijke verbinding in Gods naam openlijk alhier in de kerk wilt bevestigen, ook in uwe harten verzekerd zijn moogt van de gewisse hulp Gods in uw kruis, zoo hoort uit den Woorde Gods, hoe eerlijk de huwelijke-staat zij."

"En die dochter riep tege mijn: "geef nou uws hart maar lucht, want gij zijt óók atheïst!" Waarop ik snikkende dat doossie ope miek en haar die ring overhandigde met de woorde: "Kind, dit is 'n gedachtenis van 'n atheïst, en dit doen ik niet voor 't een of andere, maar 't is louter mijn opvoeding, die zich ten prooi geeft", en ik 't an haar vinger stak.

Barbara te Delft bezaten ze in een dubbel exemplaar en een hs. van den aanvang der 15e eeuw bevattend een groot aantal "stichtige woorde genomen uut den boeck der revelacien der heiligher maghet Mechteldis" behoorde voormaals aan "die susteren van der derde oerde" van FRANCISCUS te Heusden in N.-Brabant. MOLL, Boekerij v.h. St. Barbara-Klooster, p. 32-33.

"As gij tòch atheïst zijt" zei zij toe verblijd "geef 'k u verlof om buite bijzijn van mama, na sluite van 't café nog 'n paar woorde met mijn te verwissele." Om twaalf uur ging die bak dicht, en tot twee uur hebbe me wijn zitte hijsche.... Da's karakter....: ze had an mijn gezien, da 'k een gevalle man was..." En weer verborg Racier z'n snikkenden kop in z'n rooden zakdoek.

Men zal zich moeten wachten, uitdrukkingen als: antwoordde ende seide, bevelen en overleveren, weest des seker ende hout dat vaste, Gods ghebot ende sine woorde tautologieën te noemen: toen had elk der deelen van zulke uitdrukkingen zijne eigen beteekenis en kracht; het verschil tusschen onze voorouders en ons is slechts, dat zij er behoefte aan hadden een grooter deel der voorstelling in taal te verzinnelijken dan wij.

"Volges die etiquette confronteerde de gast'eer mijn toe an ze vrouw, waarop ik volges die etiquette van 't militarisme 'aar de 'and reikte onder 't uitspreke van de woorde: "edelvrouwe angename kennismaking en ik 'eb de eer uwe jonkvrouwe voor te stelle an zijn eksjellentie de generaal met zijn staf van bovegenoemde name."

"Toe schrijf ik op me leitje: Een moordenaar ben ik niet, maar ... uw man Charles Edouard Racier ken spreke, en niet alleen in één, maar in verschillende tale! "Nou, da' begrijp je, hoe die vrouw toe' verschoot. "Wel" zeit ze "spreek dan eris." "En meteen komt dat eerste geluid van vier jaar over mijn mond, en spreek ik de woorde: "Geef me me pakkie tabak eris an, da'k een pruimpie neem!"

Maar de eerste kwam na mijn toe, en: "Eksjellentie" zeit ie "stijgt van uws paard, want ik wou wel 'n paar woorde met je verwissele." Waarop ondergeteekede, zooas je wel begrijpe kan, netuurlekerwijs wel lont rook, van ze paard af klom, dat vastgehouwe wier door 'n man met róóje baard, en me laaste bevele gaf an me staf.

Nee, juist niet weges oplichterij ... Dat sting er met onderstreepte woorde in, in dat vonnis: "Heelegaar om géén oplichterij, maar om 't artikel ... drie honderd ... ènne ... twaal ... van bedele met geveinsdheid, waar òp slaat: zes maande bajes en 'n jaar na de schans ..." Ga maar vast zitten!"