United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik verwys naar den laatsten druk der "Specialiteiten." Kendang: omheining van ruw paalwerk. Frits had allerlei vragen gedaan, zegt Droogstoppel. Van die vragen kwamen er in 't Hs. 'n paar voor, maar de heer V. Lennep heeft gemeend ze te moeten supprimeeren. Waarom? Toch niet omdat de Wawelaars verlegen zitten met het antwoord?

Ook ik houd de eerste voor de oudste; o.a. omdat het aantal assoneerende rijmen en het aantal der verzen met slechts drie of twee heffingen er grooter is dan in het Comburgsche hs. De beide bewerkingen schijnen, onafhankelijk van elkander, naar hetzelfde Mnd. voorbeeld gemaakt te zijn. Vgl. Vs. 249-251. Het Comb. Hs. dat spreekt van "keitivegher scaren" had DE VRIES kunnen waarschuwen.

Op den laten avond werd echter het volk tevreden gesteld door het berigt, dat de Staten alle punten hadden aangenomen . Zie Charterboek V 835, 837, benevens de toenmaals afzonderlijk gedrukte stukken, welke zich bevinden in het HS. van VITRINGA, wiens verhaal ik ben gevolgd, met aanvulling uit SYLVIUS, I 567 env.

Op het laatste blad van het bekende Hulthemsch hs. waaraan ook dit stukje ontleend is, leest men: "Dits een rondeel.... Vrou met eren... nacht. Bonghe, bom wordt in het Mnl. Wdb. verklaard met trom; maar in de Oudvl. Lied., no. 38 wordt van de snaren der bonghe gesproken. Vgl. Tijdschr. v. N.T. en L., XIV, 260 vlgg. Vgl. Oudvl. Lied., no. 56, 41, 45, 49. Boek III, c. 43.

Het hs. is waarschijnlijk geschreven door zekeren MARTIJN van Thorout in de abdij van EENAME bij Oudenaarde. Zie over dat hs. Belg. Museum, III, 197 vlgg.; NAP. DE PAUW, Mnl. Gedichten, II, Inleid.; PRIEBSCH, Deutsche Handschriften enz., no. 177.

Bibl. van Friesland berust een hs., naar het schijnt, der 14e eeuw, dat aanvangt: "Hier beghint die prologus van desen boke als der geesteliker gracien. In den aanvang der 15e eeuw waren "Machteldis revelacien" te onzent nog in trek. De zusters van St.

Ter bepaling van den ouderdom steunde ik vooral op vermeldingen als die van MAERLANT, in verband met den ouderdom van het oorspronkelijk gedicht, dien van het hs. der Nederl. bewerking, ook den geest van het gedicht en dien der bewerking.

Gelyk er in den tekst van deze uitgaaf uitdrukkelyk staat, wist ik in '56 wat thans m'n drie millioen landgenooten, wel met my eens zullen wezen "dat er van dien man niets te wachten viel." Zóó is dan ook de lezing in 't Hs. van den Havelaar. Maar òf de heer Van Lennep zelf, òf de zetter, òf deze of gene korrektor weet ik 't? een van allen dan, heeft goedgevonden dien tekst te vervalschen.

Uitgave van het Dichtstuk, onder den titel van BILDERDIJKS EPOS, leest men nog de volgende regels, gevonden op een strook papier, met des Dichters hand beschreven en geplaatst in een HS, waarin de zestien laatste regels tusschen teksthaakjes staan: Nu hief een wervelwind hem hooger dan de wolken.

Dat is mijnen krullebol, Och vader enz. Dat dit lied eene amoureuze omwerking is van een kinderlied doet tot de zaak niet af. Vgl. bl. 199 van: Oudvlaemsche Liederen en andere gedichten der XIVe en XVe eeuwen. Volgens het Voorwoord is het hs. van het laatst der 14e eeuw; van de 15e eeuw wordt in het Voorwoord nergens gewag gemaakt en de liederen geven daartoe m.i. ook geen aanleiding.