United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit is waar, o m'nheer Wilkens! En ik zou byna durven verzekeren dat er ook voor 'n oud mensch gewoonlyk iets te doen valt. Maar dit was de vraag niet. De vraag was w

De jongeheer Eugène stootte een klank uit, die alles kon beteekenen wat men verkoos, zelfs: ja. En zóó scheen z'n antwoord te worden opgenomen door m'nheer Wilkens, die nu op zyn beurt in de alkoof verdween, en weldra weder voor den dag kwam, gehuld in 'n lange kantoorjas.

En, Wilkens, nu moest je-n-eens zoo goed zyn hem in den kelder te brengen, zei Pompile, die nogeens onder vier oogen by Dieper wou aandringen op 't klagen over Gerrit's hardnekkig-styve rhumatiek. Wouter werd weggeleid naar de onderzeesche bewaarplaats van allerlei heerlyke zaken.

De reden overigens dat hy, in tegenstelling van Dieper en den ouden Gerrit, het naast hem zittend individu niet aansprak met het praedikaat: "jongeheer" lag hierin, dat Eugène reeds nagenoeg halfwassen was, toen Wilkens hem elf jaar geleden leerde kennen, terwyl Dieper en de knecht dezen telg van den patroon, en zelfs den ouderen Pompile, als kind hadden gekend.

En met de kisten die dáár staan, hebje je niet te bemoeien, zei Wilkens. Dat zyn oude papieren die je niet aangaan... volstrekt niet! 'n Jong-mensch moet zich nooit bemoeien met iets dat hem niet aangaat. Leer dit van my. En nu zullen wy de zolders sluiten. Ziehier, op dezen sleutel... één keep. Dit beteekent: eerste zolder. Op dezen sleutel zyn twéé keepen, hetwelk tweede zolder beduidt.

Morgen 'n smerig papiertjen in den Jodenhoek, m'nheer, heel smerig! Maar, Pompile, wat wou je dan met mama? Met veel kussens, papa! Dan wou ik vragen of Wilkens zoo goed zou willen zyn niet waar, Wilkens? met dat jongemensch daar, aan 't windas te gaan. Ziet u, papa, dan konden wy die kruiers missen ... lomp volk! Maar ... met veel kussens, dit begrypt uzelf wel, papa!

Je moet alles goed onthouden ... en 'n zakboekje koopen, 'n klein zakboekjen, en daarin alles opschryven wat ik je zeg, en wat m'nheer Wilkens je zegt, niet waar, Wilkens? Ja, m'nheer! Juist. Mevrouw Kalbb is m'n zuster, mevrouw Kalbb-Kopperlith zóó moet je zeggen! en denk er aan dat m'nheer Kalbb z'n naam met twee b's spelt.

M'nheer, ik kan u plechtig verzekeren dat ik reeds drie jaar by de zaken was, voor men my de letters van 't woord wees! Men moet jonge-menschen niet over 't paard ligten, m'nheer! De verwaandheid komt er gauw genoeg in, m'nheer! Nu, zooals je wilt, Wilkens. Ik had er zoo diep niet over nagedacht, weetje?

Wouter kreeg 'n groot aantal gekleurde katoenen lappen, die hy netjes moest afknippen naar 'n opgegeven maat en daarna op karton plakken, 'n bezigheid waarvan-i zich beter kweet dan m'nheer Wilkens erkennen wilde. De man was niet gewoon iets goedtekeuren dat niet de eer had uitgegaan te zyn van hemzelf.

Kalb was z'n neef, en z'n beste vriend, voor-zoo-ver het kantoorbedienden en boekhouders geoorloofd is, neven en beste vrienden te hebben. Juist! Zekere ... Kalb. Nu, dat's hetzelfde. Je zult hier veel werk vinden, jongetje! Hard werken is de boodschap. Heeft Wilkens hem reeds een-en-ander gewezen? Is-i al in 't magazyn geweest? Op de zolders? Zeker zet je 'm aan 't kopyboek, Pompile?