United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vrouw wilde weten of 't waar is dat 't leven van den mensch in z'n lust bestaat, 'n onderwerp dat weleens tot de konkluzie zou kunnen leiden dat men niet juist alle dooden op 't kerkhof behoeft te zoeken, schoon ik niet verzekeren kan dat de weetgierige vraagster van deze vroolyke slotsom 't ware besef had.

Heb ik het je goed uitgelegd, en kan je het Zondag je poppenfamilie oververtellen, Dora?« »Heel best en ik vind het mooi en lief van de Koningin en al die menschen. Is er van onze wieg geld overgebleven, Mama?« »Ik weet het niet, kleine vraagster, wel weet ik nog iets heel liefs.

Als de priesteres van den tempel der consumptie, als de onbeperkte vraagster naar voorwerpen die zij verbruikt, is haar economische invloed reactionair en nadeelig.

't is me krek allins, loa'k moar sloapen." "Neen," herhaalde Deine, terwijl ze den man sterker schudde: "Ge mot wakker blieven; of kan 't oe niet schêlen woar oe jungske, woar Paulke, die giesteren wegliep, gebleven is?" "Paul?" zei de man, zijne oogen tot de vraagster opheffende; en eenige oogenblikken daarna, terwijl hij Deine lodderig aanzag: "Is ie d'r weer de jong....?"

Wie zit er in den hoogen toren? A. De schoonste koningsdochter. Vr. Van wie zijn al die kindertjes? A. Van mij. Vr. Mag ik er een van nemen? A. Neen! Vr. Mag ik er een van stelen? A. Neen. Dan vervolgt de vraagster: 'K Zal eens naar den diender gaan De diender zal u de kop afslaan. Entrez, entrez, Laat 't meisje maar achter meê gaan.

Tweemaal was de lieve vraagster, Atossa, 's konings zuster, terwijl zij het zware tapijt, een weefsel van Milesische wol, nauwelijks met de teenen beroerde, tot aan het bed der lijdende vriendin geslopen, om een zachten kus te drukken op het voorhoofd, waarop groote zweetdroppelen parelden; maar telkens was zij door den Egyptischen arts met strengen, afkeurenden blik naar het zijvertrek verdreven.

Alle volgende meisjes herhalen nu op hare beurt hetzelfde totdat zij alle, elkaar bij het kleedje vasthoudend, achter de vraagster zijn geplaatst. Deze vraagt dan aan de koningsdochter: Vr. Zal ik het lampje aansteken! A. Ja! Vr. Zal ik u uit den toren laten? A. Ja! Waarop allen roepen: Jenneke de tooverheks, Jenneke de tooverheks!

Zou niet een der bedienden... die boodschap naar uw woning kunnen doen?" De majoor schijnt niet aanstonds te begrijpen wat de vraagster zeggen wil.

De moeder van Cecilius en Cecilianus wendde het gloeiend gelaat naar de Keizerin. Ja, Augusta, bekende zij, de oogen neêr geslagen; toen glimlachend, ze op slaande naar de vraagster.... Quintilianus.... vroeg Plinius bijna schalk; hoe vindt ge onze Hero en Leandros?