United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"De kale plek van 't vosje heb ik duidelijk gezien, evengoed als 't muizengat dáár in 't behangsel, waarvoor den eersten dag van mijn hierzijn, die groote roset zoo'n aardig effect maakte. Och wat 'en kale plek toen de linten er af waren! 't zag er zelfs rauw en bloederig uit, en niets er op om te bedekken. Wat zal dat vliegensteken lastig zijn! Arm dier!

Toen riep de jager den vos, en zei: »vosje, ga eens gauw en haal mij van het vleesch, dat de koning eetDe vos maakte zijn zaakjes beter en sloop door hoeken en gaten, zonder dat een hond hem zag; en hij kroop onder den stoel van de prinses en krabde haar voet.

't Zal me eens benieuwen hoe die eerebogen er zullen uitzien als ze van 't dennengroen en van 't vlaggedoek zullen ontdaan zijn. Aardig, die bekentenis van den tweeden aanvoerder der eerewacht: dat hij die kale plekken van zijn vosje eens handig met lintwerk bedekte. Wat werd het eensklaps donker, toen die groote pekton had uitgebrand; maar.... de starren hernamen hun recht.

Het geschiedde toch, dat op zekeren lentedag twee kleine jongens betrapt werden op het vangen van een jonggeboren vosje. De man, die getuige was van dit feit, had een vriendelijk gemoed, en toen hij hoorde, dat de jongens het jonge dier gaarne wilden verkoopen, gaf hij hun een halve bu .

En "het arme vosje" zooals Goethe zich in dien tijd gaarne betitelde haar geloof niet deelend, doch gemoedsrust als de hare voor zich begeerend, sprak met haar uit over zijn zoeken naar vrede. Dat komt doordat ge u niet geheel tot God hebt gekeerd! was dan altijd de kern van haar antwoord.

Zij vertelde, dat zij de moeder was van het vosje, dat door den man was vrijgelaten, en dat zij uit dankbaarheid voor zijn goedheid het vosje had gedood, terwijl haar echtgenoot, onder de vermomming van den geheimzinnige bode, de verlangde lever had gebracht . Inari verhoort het gebed van een Vrouw. Zooals wij reeds vroeger hebben gezien, is Inari dikwijls bijzonder goedgunstig.

Voor het bosch zat weêr de vos, smeekte om zijn leven en gaf hem den goeden raad. De jongeling was goedhartig en zei: »Wees maar niet bang vosje, ik zal je niets doen.« »Dat zal je niet berouwenzei de vos, »en om vlugger vooruit te komen moet je op mijn staart gaan zittenNauwelijks was hij gezeten, of de vos liep over stok en steen, dat de haren floten in den wind.

De schimmel, die reeds oud en bijna wit van robe was, leek, in het winterlandschap, als een onbewogen sneeuw- of ijspaard, maar de warme rug van 't vurig vosje glom en dampte, en door zijn rood-opengesperde neusgaten, blies het zijn forschen adem in twee grijze rookkolken, als de uitlaat van een stoommachien.

Dat vosje gaan we vangen, maar ik zegge u, dat geen uwer het hart in zijn lijf moet hebben aan het plunderen te slaan; want zoo waar ik kapitein Jan Jansz. ben, ik zal ieder, die dat durft te doen als deugniet ergens aan wal laten zetten.