United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gebiedt niet het zelf-respect, men zij man of vrouw, dat men eenige zorg drage voor zijn uiterlijk, en kan men niet goeden smaak toonen ook in het eenvoudigste, als men smaak heeft?" Zij kleurde een weinig. "Gij gelooft dus, dat ik gansch geen smaak heb, omdat ik mij tegen den guren lentedag heb gewapend met eene vareuse?" vroeg zij, eenigszins gekrenkt.

Zijn gemoed ging open voor de weelde van dezen heerlijken winterdag, die wel een lentedag geleek. Hij wilde ver gaan, heel ver, altijd voort, diep ademhalend van geluk, bijna het uitjubelend.... denkende aan haar, steeds maar denkende aan haar! "Zoo alleen op weg?" vroeg hij eenige uren later aan zijne zuster, die hij hier ver van haar huis ontmoette.

Eindelijk werd Kinto, die den minister niet wilde hinderen, minder heftig in zijn betoog dan te voren, maar zeide: 'Welnu, hetzij dan zoo: nemen wij dan aan, dat de Kers de schoonste van de twee is; maar als gij eens den bloesem van de Roode Pruim bij het aanbreken van een lentedag in de sneeuw hebt gezien, zult gij niet langer haar schoonheid vergeten. Dit was werkelijk een kiesch en vriendelijk gezegde".

Er was een andere uitdrukking op haar gelaat zichtbaar; vooral hare oogen zagen er anders uit dan vroeger; lang niet zoo vroolijk, als bij zulk een heerlijken lentedag voegde, en hare tante was teederder dan ooit jegens haar. Van het dak vlogen twee zwaluwen haar tjilpend voorbij en verdwenen toen hoog in de blauwe lucht.

Een vroolijke zonnige lentedag, wel geschikt om treurig gestemde harten te bemoedigen, maar juffrouw Rosemeijer had liever een guren nevel gewenscht, al ware het maar om het recht te hebben over iets te klagen, en ook omdat zij dan den ganschen namiddag Frits nog bij zich zou gehouden hebben, die nu met dominé Willems eene wandeling deed.

Op den eersten zachten lentedag kwam de stille vrouw weer, het blonde meisje aan de hand houdende, dat nu liep. Het had nog dezelfde verbaasde vraag-oogen, en hetzelfde zon-haar; maar diep-in begonnen de oogen te raden....

Tusschen alles door gaan de zuiveraars onophoudelijk af en aan en nemen de kleinste portiekeltjes vuil meê en ruimen het op. Gevleugelde begrafenisdienaren dringen door de menigte met de lijken van hun kameraden, oud en jong, dragen ze naar den ingang en vliegen er mee weg in het zonlicht van den jongen lentedag.

Ze zijn zulke decoratieve bloemen in een groote, wijde vaas, net zwanekoppen en halzen, op de beweging hunner lange stengelen, zoo tusschen hunne eigene waterplantbladeren in. Morgen steek ik ook een anjelier in mijn knoopsgat. Van daag vond ik het nog te gek: zoo een éerste bleeke lentedag... Maar dan, wie weet: morgen regent het misschien... Maar van daag, , je herleèft...!!!

En nog aldoor staat het pleintje vol rijtuigen. Men hoort het dichtslaan der portieren en het haastig getrappel der paarden op het plaveisel. De koetsiers rijden achter elkaar en voort gaat het naar het kerkhof. In de rijtuigen voelt men zich weer op zijn gemak; men kan zich voorstellen langzaam een ritje naar het Bosch te maken op een schoonen lentedag.

De voerman onderwierp zich en wij reden door; maar "de weg die zich zelf wijst" is wel eens een zeer onbetrouwbare indicatie; wij zouden het tot onze teleurstelling ondervinden. Inmiddels gleden wij werkelijk over het schulppad of het eene railroute was. Het was een droge koude lentedag, zonder zon; de lucht had iets zwaars, dat bijna een sneeuw- of hagelbui liet verwachten.