United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uwe achtingswaardige Moeder bezogt de myne: het afscheid was teder en bedaart. Zy zag my schreijen, nam myne hand, sprak vriendelyk, troostelyk, kuste my; ja, noemde my, lief Meisje.

Houd dit bevel als een geheim in uw hart, totdat de tijd gekomen zij. Laat ons nu in de zaal terugkeren, want ik moet u allen gaan verlaten." Robrecht naderde zijn dochter, nam haar hand in de zijne en sprak: "Mijn kind, gij weet hoe ik mijn gevangenis heb verlaten: een edelmoedig ridder, die gij teder bemint, waagt zijn leven voor mij in de kerker.

Een trek uit den Heer Helmers karakter, Gy weet, dat hy, voor ruim veertig jaar, zyn Vrouw, die hy teder beminde, in 't kraambed verloor?

Er was zulk een teder vuur in zijn ogen zo zoet en zo liefderijk was zijn stem voor mij, maar nu nu..." Een geheim ontvouwde zich voor de ridder. De dochter der Graven van Vlaanderen, die de bruid van een Vorst zijn moest, had zich voor een man met liefde laten innemen.

Met wonderdaden dan versterkt hun dwaasheid teder; Wat hebt gij in uw hand? Een staf. Wel, werpt hem neder. Wat kronkelt hier alreê? hier wemelt, krolt en drilt Een slange, die mij in de hielen bijten wilt : O Heere, staat mij bij! Wel, grijpt den krommen worme. Dit 's mijnen zelfden staf, weêr in zijn eerste vorme: O, Heere wonderbaar!

Heel wat barbaarser heet het in de Noord-Franse romans dat het voorhoofd als in hout of steen of ivoor gevormd is, en dat het rood of het wit van de huid afsteekt gelijk vermilioen op het zilver van een wapenschild. Dan komt de beurt aan de slanke, witte hals, de huid is zo teder beweert een Duits dichter dat, als zij drinkt, men de wijn blozend door haar keelgat kan zien stromen.

Robrecht van Bethune omhelsde zijn teder kind met opgetogen blijdschap, hij hield haar tegen zijn boezem totdat de geestdrift hunner beider harten wat gezonken was, en legde dan zijn helm en zijn ijzeren handschoenen op de knielbank. Door moeite afgemat, trok hij een zetel bij, en liet zich in dezelve neergaan.

Myne grootste, zoo niet eenigste behoefte, gy weet het nu zelf, is lief te hebben, en gelieft te worden: myne liefde voor myne Moeder was zo oprecht, zo teder, als die van eene dochter ooit zyn kan, maar die liefde vervulde echter myn geheel hart niet. Hare onbegrypelyke zwakheid, en myn gegronde eerbied waren de oorzaken van dit verschynsel.

Hoe scherp is de blik van dezen man, die zich toch zoo gaarne aan de wereld en het gewone menschenleven onttrok, voor de geveinsdheid dergenen die afkeerig zijn van onthouding en nu zeggen, dat zij "cranc ende teder ende edel van complexiën sijn, ende daerom behoeven si vele gheriefs ende vele ghemacs."

Jan Borluut verstond hem niet; hij begreep wel dat de liefde voor een vrouw de stervende aldus deed spreken, maar hij kon niet raden wie die betreurde minnares zijn mocht: hij luisterde met meer aandacht op de woorden van Adolf. Deze hernam: "Ik aanbad Machteld zo vurig, zij beminde mij zo teder, en nu, nu scheurt het noodlot onze harten bloedend van elkaar.