United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Was tien tegen een, dat hij ooit weer te voorschijn kwam; er sterven gewoonlijk zooveel kinderen tusschen de 10 en 12 jaren; waarom zou Dorus ook niet... Hij kon immers in 't water zijn geloopen, overreden of gestorven zijn van gebrek en... 't Warrelde in Strijkmans brein, wanneer hij al die mogelijkheden overdacht.

Daarom zegt hij tot Van Baak: "Wil u die oproeping even voorlezen." Terwijl Van Baak leest, glijdt een bijna onmerkbare vreugdetrek over Strijkmans gelaat. Niemand bemerkt het, en meewarig klinkt zijn stem, als hij antwoordt: "Och, is die goede Janus dood? Och! en kinderloos overleden. Dus het is zeker een erfenis, die Klaas zou gekregen hebben, als...."

Wat een jammer, dat die ongelukkige jongen niet te vinden is, want nu zou hij toch zeker moeten erven." "Waarschijnlijk." Een zonderlinge trek speelt om Strijkmans ingevallen mond en in zijn oogen gloeit een hebzuchtige vonk, als hij op schijnbaar onverschilligen toon de vraag doet: "En is het nogal van belang, wat hij erven moet?"

Een nauw bedwongen grimlach omspeelt Strijkmans' dunne lippen, en vrouw Juttner ziet welgevallig verwonderd haar zoon aan, die op het portretje wijzend, herhaalt: "Oome! , moeder?"

De heer Verhagen ziet het tweetal eenige oogenblikken doordringend en zwijgend aan, vóór hij, op elk woord nadruk leggend, antwoordt: "Wie? Eenvoudig een jongmensch, iemand die zich bij mij heeft aangemeld als rechthebbende op de erfenis van..." Een vale bleekheid verspreidt zich eensklaps over Strijkmans gelaat, zijn lippen beven en zijn oogen gaan rusteloos heen en weer.

't Is er zoo donker, dat hij, hoewel 't pas vier uren in den namiddag is, zijn olielamp reeds heeft opgestoken. Haar rosachtig schijnsel steekt onaangenaam af bij 't vale, doffe licht, dat door de vervuilde, hoornachtige ruitjes van het eenige venster, een zoogenaamd hooglicht, binnenvalt. Het kleurt Strijkmans voorovergebogen gestalte en zijn naaste omgeving met een zonderlinge tint.

Strijkmans winkel is gesloten, vrouw Juttner is prompt om tien uren gekomen, en zuchtend heeft de oude man aan zijn kwelgeest twaalf gulden uitbetaald. Als zij vertrokken is, neemt hij een boekje en noteert er in: "f

De pandjesbaas ziet de saamgeknepen lippen van den knaap en een zeker iets in zijn oogen, dat hem doet denken: de flesch kan gevaarlijk worden, en daarom opent hij de deur, hem toesnauwend: "Allo! marsch dan!" "Dief, dief!" gilt Dorus, terwijl hij zich ijlings uit de voeten maakt, en rinkelend vallen de scherven der flesch op het portaal voor Strijkmans voeten.

'k wou, dat ik zoo'n broodje had," zucht hij in stilte en gaat, als om niet meer het tergende gezicht van voor hem onbereikbare weelde te moeten verduren, een zijstraat in, 't Spui op en naar het Koningsplein. Zijn rug doet hem pijn, de striemen van Strijkmans zweepslagen gloeien en branden.

De kleedingstukken, die hij uit de latafel heeft gehaald, hangt hij over den arm en werpt den jongen een overjasje toe, met de woorden: "Daar, neem dat maar mee; daar heb ik toch niets aan. Dat past alleen op jou kriek." "Dief!" schreeuwt Dorus hem, heesch van kwaadheid, toe, en rakelings vliegt de hondenzweep Strijkmans hoofd voorbij.