United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verder op zagen zij twee lichte figuurtjes tusschen bladeren en twijgen verdwijnen; het waren Frédérique en Marianne, die het plekje der lelietjes van dalen opzochten. Achter hen klonk een lach, een kreet der kinderen, die stoeiden op een grooten zandhoop, welke in het lommer dicht bij het heerenhuis lag. Wat is het hier toch altijd mooi! sprak Suzanne eindelijk.

Dan braken al de door het rectorale oog in bedwang gehoudene elementen los, dan hoorde men de uitingen van elk individu; de een schold op den ouden baas, de ander luchtte zijn bedwongen levenslust in straatschenderijen; hier waren er, die spraken van wat er dien dag op school gebeurd was, over thema's, nota's, en den strijd om den voorrang en de praemia; ginds was er een bezig zijne boeken in zijn pet en de zakken van zijn broek en buis te verbergen en liep deftig als een mijnheer; de meesten stoeiden, joelden en babbelden door elkander.

Juffrouw Rika was ijverig in de weer met het schenken van koffie, die ze met een schaal vol koek door een jonge dienstbode den gasten aanbieden liet. Een paar keurig-gekleede meisjes van acht of negen jaar, blijkbaar uit den hoogeren stand, logeergasten uit Utrecht, stoeiden ongehinderd samen in een hoekje van de groote salon.

De zonne neigde ten Westen en vergulde de gevelspitsen der huizen; de vogelen zongen hun avondgebed; de vrouwen praatten op de zulle harer deuren; de kinderen stoeiden in het stof en Uilenspiegel en Lamme dwaalden op goed-valle-'t-uit door straten en stegen.

Hij werd als de velen, die Wistik gesproken hadden. 't Werd winter, en hij merkte het nauwelijks. Op een killen, mistigen morgen, toen de natte, vuile sneeuw op de straten lag en van boomen en daken droop, ging hij met Pluizer zijn dagelijkschen gang. Op een plein ontmoette hij eenige jonge meisjes, op een rij, met schoolboeken in de hand. Ze wierpen elkaar met sneeuw en lachten en stoeiden.

't Was een dolle pret. Zij schertsten en stoeiden met haar minnaars. O lenteroes des levens! Verrukkelijke jaren! De vleugels der nimfen klapwieken. Wie gij ook zijt, herinnert ge u dien tijd? Zijt ge ooit door struweelen gegaan, zorgvuldig de takken ter zijde buigende, om het bekoorlijk kopje, dat achter u was, te beveiligen?

Noch sneeuw, noch koude, noch regen; de zonne scheen van 's morgens tot 's avonds, de kinderen stoeiden in het stof van straten en wegen; en kooplieden, kramers, goudsmeden, wagenmakers en werklieden kwamen 's avonds na het eten, op de zulle hunner deur, kijken naar den immerblauwen hemel, naar de boomen, die nog hunne bladeren hadden, naar de ooievaars, die op de daken zaten en de zwaluwen, die nog niet vertrokken waren.

Het ontbrak daarbij niet aan scherts en lach, en wanneer een bevallige jonge moeder of slavin voorbij kwam met kinderen, die in dezen tuin altijd bij voorkeur speelden en stoeiden, dan werd menig dartel woord gewisseld.

De straten bleven langen tijd steil en bergachtig, en rondom waren er in het geaccidenteerde land geen wegen. In de 18de eeuw maakte Anquetil Dupperron die opmerking, en de apen, die in de boomgaarden stoeiden, kwamen soms kinderen weghalen uit de straten, terwijl vijftig of zestig jaren geleden de tijgers nog Nausari bezochten.

En dus kan ik, ondanks mijn groote zorg, met Meta zeggen: 'Ik ben, God zij gedankt, een gelukkige vrouw." "Ik hoef het niet te zeggen, want iederen kan zien, dat ik veel gelukkiger ben, dan ik verdien," voegde Jo er bij, en liet den blik gaan over haar besten man en over de stevige kinderen, die naast haar in het gras stoeiden.